Twee gekoppelde burgerhuizen in sobere art-decostijl uit de late jaren 1920. Rijwoningen in halfopen bebouwing van twee ongelijke traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldak. Lijstgevels in rood baksteenmetselwerk met een decoratief metselverband door het gebruik van rollagen of tandfriezen, op een hardstenen plint; het nummer 283 is vandaag witgeschilderd. De lijstgevels beantwoorden aan eenzelfde, volgens spiegelbeeld gekoppeld compositieschema , met variaties in de detaillering en de vorm van de vensters. De klemtoon ligt telkens op de brede zijtravee, in overeenstemming met de interieurindeling. Het linker pand (nummer 285) wordt gekenmerkt door een bow-window met afdak en een puntgevel, het eenvoudiger rechter pand (nummer 283) door polygonale vensteropeningen. Beide inkomdeuren worden omlijst door een entablement met bossage en/of rankwerk. Het houten schrijnwerk is enkel bewaard in nummer 283.