Villa met cottage-elementen in tuin met oude bomen, zoals blijkt uit de gevelsteen gebouwd in 1896. Vroege toepassing van machinale baksteen voor een zomerhuis. Rode baksteenbouw van drie traveeën en twee bouwlagen onder afgewolfd zadeldak. Het dak is bedekt met Noorse leien, voorzien van dakkapellen en schoorstenen met baksteenreliëf en natuursteen. De brede rechtertravee is opgevat als een ver uitspringend risaliet met puntgevel met houten windbord; benedenvenster onder ijzeren I-balk met bloemmotief waarboven een ontlastingsboog; bovenvenster met natuurstenen latei, dorpel en stijl onder metselboog; in de geveltop twee gekoppelde rechthoekige venstertjes. Smalle middentravee met terras ter hoogte van tussenverdieping, met houten balustrade. Linker travee met laag segmentbogig venster; in de zijgevel vensterdeuren op het gelijkvloers en omlijste gekoppelde rechthoekige vensters op de verdieping. Rechter zijgevel met erker op het gelijkvloers. Uitbreiding aan achtergevel omstreeks 1950 (volgens eigenaar).

Waardevolle elementen in het interieur zijn onder meer de leefruimte in weelderige neo-Vlaamserenaissance-stijl en met bewaarde parketvloer, een tapijttegelvloer en oorspronkelijk mondgeblazen ruiten in de inkomhal, faiencetegels (onder meer rond het keldergat van de voormalige kelderkeuken en in de badkamer), schouwmantels, binnenschrijnwerk (onder meer ingemaakte kasten op de verdieping), beschilderde lambrisering in de traphal die leidt naar de zolderverdieping.

Een polygonaal paviljoen, voormalige duiventil, bleef bewaard in de achtertuin. Het gebouw van de nabijgelegen Sint-Theresiakerk en basisschool De Bunt zou naar verluidt oorspronkelijk de paardenstallen van dit landhuis geweest zijn.