Burgerhuis in beaux-artsstijl, volgens de bouwaanvraag van 1924 voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer L. Ariëns-Arcay. Ariëns, die in 1913 al twee van dergelijke woningen in de Markgravelei had opgetrokken waarvan hij er zelf een bewoonde, bouwde er in 1923 nog eens twee aan de overzijde van de Korte Lozanastraat. Het ontwerp gebruikte hij een jaar later opnieuw voor deze woning.

Met een gevelbreedte van drie traveeën telt de rijwoning vier bouwlagen onder een plat dak. De sobere lijstgevel is afgewerkt met een bepleistering in simili-natuursteen, op een arduinen plint. In overeenstemming met de interieurindeling, wordt de hoge bel-etage gemarkeerd door een bow-window met een guirlandedecor en een smeedijzeren balkon als bekroning. Verder volgt de gevelcompositie een conventioneel schema met rechthoekige muuropeningen, tot de imposten omlijst en versierd met strikken. Op de deur en de benedenvensters na is het oorspronkelijk houten schrijnwerk vernieuwd.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, georganiseerd rond de centrale traphal met bovenlicht. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de inkom, de spreekkamer en de keuken. De bel-etage omvat een salon aan de straatzijde en een eetkamer met terras aan de tuinzijde. Op de tweede verdieping bevinden zich twee slaapkamers en een badkamer, op de derde verdieping een derde slaapkamer en twee kleine achterkamertjes.

Nummers 3, 7, 9. Rijhuizen van drie traveeën en drie tot vier bouwlagen in diverse stijlen uit het tweede kwart van de twintigste eeuw, eclectische (nummer 3), art deco (nummer 7) en neo-Lodewijk XVI (nummer 9).