Appartementsgebouw in zakelijke art-decostijl, gebouwd in opdracht van François-Xavier Straehl, naar een ontwerp door de architect Paul Smekens uit 1935. Aanvankelijk waren slechts vier bouwlagen gepland, maar vier maanden na de eerste bouwaanvraag werd een tweede ingediend, voor een bijkomende vijfde bouwlaag. Straehl volgde daarmee het voorbeeld van de familie Cols-Spruyt, de bouwheer van het aanpalende appartementsgebouw. Het ontwerp is representatief voor het rijpere oeuvre van Smekens uit midden jaren 1930, vergelijkbaar met zijn talrijke realisaties in de Tentoonstellingswijk, waaronder het wooncomplex dat hij voor eigen rekening liet bouwen in de Camille Huysmanslaan. In het ontwerp van het appartementsgebouw Straehl, dat nauw aanleunt bij het baksteenmodernisme, herinneren enkel de karakteristieke driezijdige erkerpartij, de behandeling van de pui en de bekronende gevelsteen nog aan de art deco.
De twee traveeën brede gevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk in halfsteensverband met een zogenaamde Dudokvoeg – dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen, op een arduinen plint. Waar de pui in natuursteen (Brauvilliers) is uitgevoerd, werd de erker bekleed met simili (Terra Nova). Horizontaal geleed door doorgetrokken lekdrempels en brede raampartijen, wordt de asymmetrische compositie vooral bepaald door de oplopende, driezijdige erkerpartij, die overeenstemt met de inplanting van de salons. Opmerkelijk is de detaillering van de pui in een typisch gegolfde bossage, met een dubbel portaal voor het kelderniveau en de inkomhal. Het oorspronkelijk stalen schrijnwerk van de deuren en vensters is vernieuwd.
Het programma van het L-vormige gebouw omvat vijf appartementen, verbonden door een trappenhuis met een personen- en goederenlift. Volgens de bouwplannen omvat de plattegrond van de voorbouw een suite van salon en eetkamer met terras en één slaapkamer. Met de inkomhal als scharnier, strekken zich in de achterbouw achter elkaar de keuken, de meidenkamer, twee overige slaapkamers en de badkamer uit, palend aan een langgerekte gang. Daarbij boet de benedenwoning aan ruimte in vanwege de inkomhal, en strekt de kleinere bovenste flat zich niet over de volledige lengte van het gebouw uit.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 18#2872 en 18#3728.