Burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van H. Callot, naar een ontwerp door de architect Walter Van Kuyck uit 1928. Het gebouw behoort tot het latere oeuvre van de architect, die in de jaren 1920 zowel eigentijdse burgerhuizen in art deco ontwierp, als historiserende cottages in 'Old English'-stijl. Zijn belangrijkste realisatie uit deze periode is de monumentale Koloniale Hogeschool in de Middelheimlaan.

Deze rijwoning met een gevelbreedte van vier traveeën, omvat drie bouwlagen onder een plat dak. De statige lijstgevel heeft een volledig natuurstenen parement op een plint uit arduin. Volgens de klassieke driedeling is de opstand opgebouwd uit een pui met boogopeningen, een bovenbouw geritmeerd door kolossale pilasters, en een hoofdgestel met een blinde attiek als bekroning. In overeenstemming met de interieurindeling legt de asymmetrische compositie de klemtoon op het twee traveeën brede zijrisaliet, dat wordt gemarkeerd door een bow-window met smeedijzeren balkon, een drielicht en een gebogen fronton. Met het portaal in de middenas, beantwoordt het gevelontwerp verder aan een regelmatig schema. Het decor is beperkt tot typisch lijstwerk rond de dagkanten en medaillons op de borstwering. Net als de smeedijzeren deur en garagepoort, is het houten vensterschrijnwerk met kleine roedeverdeling in het bovenlicht bewaard.

Volgens de bouwplannen is de plattegrond georganiseerd rond de traphal met bovenlicht, die aansluit op de lange vestibule. Salon, eetkamer en veranda met bovenlicht strekken zich in enfilade over de volledige diepte van de begane grond uit, geflankeerd door de garage, de hal met vestiaire en de keuken. Op de eerste verdieping bevinden zich drie slaapkamers, een 'studio' en de badkamer. Twee overige slaapkamers en twee zolders nemen de tweede verdieping in.