Ruime, eenvoudige 19de-eeuwse dorpswoning waarvan het huidige volume kadastraal wordt geregistreerd als 'agrandissement' in 1881, doch met karakteristiek uitzicht voor de interbellumperiode.

Half vrijstaand, onderkelderd breedhuis van drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (mechanische pannen) met de nok parallel aan de straat. Lijstgevel met dubbelhuisopstand gemarkeerd door een bekleding van cimorné, een gevelparement dat verkregen wordt door in de nog natte cementpleister verbrijzeld marbriet aan te brengen en vaak werd toegepast in de late jaren 1920 en beginjaren 1930. Sobere rechthoekige vensters met glas in lood en hanenkammen uitgewerkt in contrasterende groene cimorné. De licht verhoogde begane grond is toegankelijk via een kleine steektrap en verdiepte rechthoekige deur in omlijsting van groene cimorné.