Herenhuis in beaux-artsstijl gebouwd in opdracht van Victor Wouters, naar een ontwerp door de architect Eugène Geefs uit 1914. De rijwoning met een gevelbreedte van vier traveeën omvat een souterrain en drie bouwlagen, oorspronkelijk onder zadeldak; de pseudo-mansarde dateert uit 1920. Het project behelsde de complete verbouwing en uitbreiding van een bestaand pand, met een nieuwe voorgevel en interieurindeling. Een achterliggend pakhuis dat het volledige perceel besloeg werd gesloopt voor de aanleg van de tuin. Het hotel Wouters behoort tot de latere realisaties van Geefs, die in 1925 overleed. Als architect actief vanaf omstreeks 1885, bouwde hij in de periode vóór de Eerste Wereldoorlog meerdere burgerhuizen in klassiek geïnspireerde eclectische stijl. Tot zijn belangrijkste werken behoort het verdwenen Tolhuis, dat hij samen met Joseph Schadde ontwierp.
Waar de lijstgevel vandaag op de arduinen plint na volledig overschilderd is, toont het gevelontwerp een stucbepleistering met schijnvoegen, en gebruik van natuursteen voor onder meer de bow-window, waterlijsten, sluitstenen en kroonlijstconsoles. Horizontaal geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel, legt de asymmetrische compositie de klemtoon op de poorttravee. Deze wordt op de bovenverdiepingen gemarkeerd door een bow-window op een klokvormige console, en een drielicht met smeedijzeren balkon. Vlak omlijst met oren, hebben de bovenvensters een entablement op de bel-etage en een sluitsteen op de bovenste verdieping. Het geveldecor is ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl, met typische draperieën op de borstwering van de hoofdverdieping, guirlandes, chutes en onderdorpels met drop. De bewerkte houten rondboogpoort is bewaard.
Van het type met koetspoort, is het herenhuis georganiseerd rond de centrale vestibule en traphal. Volgens de bouwplannen biedt de begane grond ruimte aan de ontvangstvertrekken: een enfilade van salon, eetkamer, veranda en terras, geflankeerd door de spreekkamer en de office. De keuken, het washuis en de kinderkamer, delen het souterrain met de voorraad- en wijnkelders. Privé- en slaapvertrekken nemen de bovenverdiepingen in.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1914#5289 en 1920#9537.