Silotoren en bijhorende opslagruimte met uitzicht uit het interbellum. Deze industriële gebouwen zijn een getuige van het industriële verleden van de Hasseltse kanaalkom. Voor deze gebouwen en tegen de Kempische kaai is de conciërgewoning gelegen (nummer 13). Op het kadaster wordt er in 1928 een wijzing opgetekend van de bestaande gebouwen, waarbij de gebouwen waarschijnlijk hun huidig uitzicht kregen en de opslagruimte opgedeeld werd in verschillende percelen. Eigenaar van de site was Jacquet - Snijers. Mogelijks dateren de gebouwen op de site in kern van rond 1900, maar de gegevens in het kadaster ontbreken (in 1885 was er nog geen bebouwing aanwezig).
De verbinding met Antwerpen via een kanaal midden 19de eeuw was van groot belang voor de Hasseltse jeneverstokerijen, die hun graan nu eenvoudig konden invoeren uit de belangrijke graanhandelhaven Antwerpen. De overslag van graan zorgde voor een nieuw type bedrijfsarchitectuur aan de Kanaalkom, namelijk de silotoren waar graan in bulk kon worden opgeslagen. Gezien het risico op bederf van het graan, ontwikkelden zich in de loop van de 19de en 20ste eeuw gebouwen specifiek voor graanopslag. Aanvankelijk bouwde men enorme bakstenen silo’s, maar dit evolueerde snel naar betonnen silo’s zoals deze.
De silotoren en opslagruimte werden opgevat als zuiver functionele industriële gebouwen. De silotoren van 18,5 meter hoog bestaat uit een betonstructuur met bakstenen invulmetselwerk, bezit intern zeven betonnen silo's en behoort dus tot het gesloten silotype. De opslagruimte van drie bouwlagen kent een zelfde opbouw. Kenmerkend voor beide gebouwen zijn de glaspartijen in een betonnen raamstructuur. De silotoren heeft aan de noordwestgevel op de bovenste geleding een vensterregister en een omlopende betonnen kroonlijst. Onderaan is er een los- en laadkade aanwezig.
- Kadasterarchief Limburg, mutatieschetsen Hasselt, afdeling VII (Hasselt), 1885/59 en 1928/ 27.