erfgoedobject

Neoclassicistisch herenhuis

bouwkundig element
ID
214920
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214920
10 m

Basis Lagen

Juridische gevolgen

Beschrijving

Herenhuis in neoclassicistische stijl gebouwd naar een ontwerp door de architect Frans J.H. Bex uit 1873. Opdrachtgever was de bankier Alphonse Eugène Constant François Lysen (Berchem, 1842-Berchem, 1910), die op 17 juni 1873 te Antwerpen in het huwelijk trad met Adeline Cathérine Jeanne Eugénie Elsen (Antwerpen, 1848-Antwerpen, 1906). Hij was verbonden aan de bank Elsen Frères & Cie, gevestigd aan de Meir.

Alphonse Lysen-Elsen liet in 1903 achteraan op het perceel zijde Rubenslei een burgerhuis in beaux-artsstijl optrekken (huidig Rubenslei 27, gesloopt), naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs. Tot dit bouwproject behoorden ook een koetshuis en paardenstal in beaux-artstijl, ingeplant tussen beide woningen in, maar bestemd voor het herenhuis aan de Frankrijklei. De toegang tot het koetshuis geschiedde via de koetspoort in de linkertravee van het burgerhuis aan de Rubenslei. In 1904 breidde Hertogs het hotel Lysen-Elsen vervolgens uit met een annex van twee bouwlagen in het midden van de tuingevel, bestaande uit een trappenbordes, een kantoor en een hoge veranda met koepel en balkon. In 1924 werd het herenhuis na een brand in opdracht van zoon Maurice Lysen-Pinnoy verhoogd met de lagere derde verdieping. De ruimte van de tuin tussen herenhuis en koetshuis werd in opdracht van de firma Electro-Entreprises Ir. Victor Begaux volledig overbouwd met een langgerekt pakhuis en kantoorgebouw van twee bouwlagen, naar een ontwerp door de architect Jos Smolderen uit 1955, uitgevoerd in 1956. Daarvoor werd een bestaande, eenlaagse kantoorvleugel tegen de perceelscheiding met nummer 107 gesloopt.

Het hotel Lysen-Elsen behoort tot het latere oeuvre van Frans J.H. Bex, architect van het Bestuur der Burgerlijke Godshuizen. Over de bouwprojecten die hij in deze functie tot stand bracht is weinig bekend. Als privé-architect realiseerde hij met name tijdens de jaren 1850 enkele voorname neoclassicistische hotels, en voerde verbouwingen uit aan meerdere van de meest prestigieuze patriciërswoningen in de stad.

Het monumentale pand maakt deel uit van een authentieke en vrij intacte rij herenwoningen (nummers 103 tot 115) in het bouwblok tussen de Louiza-Marialei en de Maria-Henriëttalei, waarvan ook beide hoekhuizen bewaard zijn. Nergens aan de Frankrijklei is het 19de-eeuwse straatbeeld zo gaaf en goed herkenbaar als hier. De woningen zijn gebouwd op grote, brede kavels, die oorspronkelijk doorliepen tot aan de achterliggende Rubenslei, waar zich vaak remises, stallingen of tuinmuren bevonden. Ondertussen zijn deze bijgebouwen vervangen door appartementsgebouwen.

Herenhuis

Het hotel Lysen-Elsen is een representatief voorbeeld van de residentiële bebouwing die sinds eind jaren 1860 werd gebouwd op de nieuwe kavels die langs de Frankrijklei werden aangelegd, na het afbreken van de 16de-eeuwse vestinggordel rond Antwerpen. Talrijke statige neoclassicistische herenhuizen van vier tot zes traveeën werden toen gerealiseerd in opdracht van vooraanstaande burgers, zakenlui, ondernemers, reders, bankiers, advocaten en zo meer. De architecten Lievin Van Opstal en vader en zoon Heliodore en Edmond Leclef waren toonaangevend in dit bouwproces.

De voorname rijwoning met enkelhuisopstand telt vijf traveeën met een oorspronkelijke bouwhoogte van drie bouwlagen, later verhoogd met een extra verdieping, onder een zadeldak. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel is horizontaal geleed door de hardstenen plint, de imitatievoegen die de begane grond sieren, de cordonvormende lekdrempels en de kroonlijst op klossen en tandlijst. Segmentbogige vensteropeningen in omlijstingen met versierde sleutel, op de verdiepingen voorzien van ijzeren borstweringen. De poortrisaliet rechts heeft een rondboogpoort met een rankwerkdecor in de kwartholle archivolt, waarvan de sleutel is versierd met een cartouche. Op de verdiepingen deurvensters met balkons op voluutconsoles voorzien van ijzeren borstweringen, en op de tweede verdieping een gebogen fronton als bekroning. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk van de koetspoort en de vensters is bewaard, evenals de ijzeren keldertralies en voetschrapers.

Koetshuis en paardenstal

Van het koetshuis en paardenstal is vandaag enkel het stalgedeelte bewaard. De links aanpalende, eenlaagse remise met twee inrijpoorten bekroond door een attiekbalustrade is gesloopt, cf. bouwsporen in de westgevel. Het geheel is ingeplant in de lengte van het perceel, met de voorgevel georiënteerd op het zuiden. Het gebouw werd gerenoveerd tot kantoor in opdracht van de pvba Aquila, naar een ontwerp door de architect Alfons Michiels (Dilbeek) uit 1985, uitgevoerd in 1986. Daarbij werd de oorspronkelijk blinde oostgevel tot de huidige vorm heropgebouwd, gekopieerd op de ordonnantie en het materiaalgebruik van de voorgevel.

Het stalgebouw is een half vrijstaande constructie met een gevelbreedte van vier bij twee traveeën, die één bouwlaag en een mezzanine omvat onder een schilddak, en op de zuidwestelijke hoek wordt gemarkeerd door een ronde traptoren. Het gebouw is opgetrokken uit geel baksteenmetselwerk in kruisverband gecombineerd met een koppenverband voor de hoektoren. Van blauwe hardsteen (vernieuwd) is gebruik gemaakt voor de plint en van witte natuursteen voor waterlijsten, deurposten, vensteromlijstingen, lekdrempels en schijfornamenten.

De voorgevel wordt op de begane grond geopend door een rondbogige staldeur geflankeerd door getoogde vensters. Een zijdeur met ijzeren latei uiterst rechts, is in 1985-1986 vervangen door een hardstenen rondboognis met waterbekken en spuwer. De begane grond is afgewerkt met een klassiek entablement waarin een fries uit blauw-witte steengoedtegels met een rozet- en slingerpatroon. Ovale oculi gevat in een vlakke omlijsting doorbreken de mezzanine, die is afgewerkt met een daklijst. De ronde traptoren wordt gelijkvloers geopend door een steekboogdeur en -venster, en ter hoogte van de mezzanine door een ronde oculus met spuwer. De blinde, door waterlijsten belijnde topgeleding, vandaag onder een eenvoudig kegeldak, werd volgens het bouwplan oorspronkelijk bekroond door een drieledige, leien lantaarnspits met dakkapelletjes in de eerste geleding, een door balusters geritmeerde lantaarn, een geknikte spits en een smeedijzeren topstuk. Het gecementeerde gedeelte van de westgevel geeft de contouren aan van de gesloopte remise. Erboven twee rechthoekige vensters. De heropgebouwde oostgevel wordt gemarkeerd door een overhoeks geplaatste pilaster.

Het interieur van de begane grond is afgedekt door een bakstenen troggewelf met ijzeren I-liggers. Ingewerkt tegen de traptoren is nog een gietijzeren kolom van één van de vroegere paardenboxen bewaard.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1873#686, 1903#1413, 1904#1440, 1924#17422, 18#35013 (1956), 18#66953 en 18#94596 (1985-1986).
  • BAERT M., BERVOETS V., JONKMAN A., DE CLERCQ K en PETERS A. 2019: Interdisciplinair onderzoeksproject Herenhuis (Frankrijklei 109) en Koetshuis (Rubenslei 27) te Antwerpen, onuitgegeven onderzoeksrapport Universiteit Antwerpen.

Auteurs: Hooft, Elise; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Stad Antwerpen


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214920 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.