is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neoclassicistisch herenhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neoclassicistisch herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Herenhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de bankier Adolphe Cahn, naar een ontwerp door de architect Lievin Van Opstal uit 1873. Het perceel dat doorliep tot de Rubenslei werd daar gelijktijdig afgesloten met een tuinmuur. Adolphe Cahn was verbonden aan de bank Ghislain, Cahn, Painvin & Drion gevestigd op hetzelfde adres.
Een latere eigenaar Louis Scheidt (°Lippstadt, 1866), echtgenoot van Mathilde Van den Abeele (°Antwerpen, 1881), die mede aan het hoofd stond van de rederij van zijn overleden oom, Armement Deppe, liet het herenhuis in 1910 inwendig verbouwen naar een ontwerp door de architect Joseph Hertogs. De ingreep betrof met name de inrichting de huidige inkomhal met monumentale tegeltableaus, de traphal, en de bouw van een nieuwe, smalle achterbouw met diensttrap ter vervanging van de oorspronkelijke koetspoort, evenals de bouw van een terras en trappenbordes aan de tuingevel. In opdracht van de Algemeene Beroepsvereeniging voor het Antwerpsche Stouwerbedrijf (A.B.A.S.) werd het gebouw in 1947 inwendig verbouwd en verhoogd met een bijkomende verdieping, naar een ontwerp door de architect Joseph Somers. In 2003-2004 volgde een opdeling in appartementen, met toevoeging van een dakverdieping.
Lievin Van Opstal behoorde samen met vader en zoon Heliodore en Edmond Leclef In de jaren 1870 en 1880 tot de meest productieve architecten aan de Frankrijklei. Ze bouwden er burger- en herenhuizen in een statige, neoclassicistische stijl, en bepaalden zo in grote mate het eind-19de-eeuwse beeld van de voorname boulevard. Het hotel Cahn kwam tot stand op het hoogtepunt van de succesvolle loopbaan van Lievin Van Opstal, en is representatief voor zijn rijpe oeuvre. Alleen al in de jaren 1870 realiseerde hij meer dan honderd woningen in Antwerpen, gaande van burgerhuizen tot de meest prestigieuze herenwoningen voor het patriciaat als deze, met een grote concentratie op de verkavelde voormalige krijgsgronden (Spaanse vesten). Actief van midden jaren 1840 tot kort voor 1900, liep zijn praktijk vanaf 1880 samen met die van zijn zoon en opvolger Edouard Van Opstal.
Het monumentale pand maakt deel uit van een authentieke en vrij intacte rij herenwoningen (nummers 103 tot 115) in het bouwblok tussen de Louiza-Marialei en de Maria-Henriëttalei, waarvan ook beide hoekhuizen bewaard zijn. Nergens aan de Frankrijklei is het 19de-eeuwse straatbeeld zo gaaf en goed herkenbaar als hier. De woningen zijn gebouwd op grote, brede kavels, die oorspronkelijk doorliepen tot aan de achterliggende Rubenslei, waar zich vaak remises, stallingen of tuinmuren bevonden. Ondertussen zijn deze bijgebouwen vervangen door appartementsgebouwen.
De voorname rijwoning met enkelhuisopstand en een gevelbreedte van vijf traveeën, oorspronkelijk drie bouwlagen hoog onder een zadeldak, telt sinds 1947 vier bouwlagen onder een plat. Klassieke gevelafwerking en –opbouw, namelijk bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel met hardstenen plint en houten kroonlijst. Horizontale ritmering door imitatievoegen op de begane grond en door de doorlopende balkons op tweede en derde bouwlaag, met balustrade dan wel ijzeren leuningen. Regelmatig geplaatste rechthoekige muuropeningen in eenvoudige omlijstingen. De drie centrale traveeën worden door de balkons geaccentueerd, terwijl de zijtraveeën op de bel-etage extra versierd worden door een zware sleutel boven de vensters en door een met drapering versierde borstwering van de bovenvensters. Bewaard houtwerk, onder meer dubbele deur met bovenlicht.
Auteurs: Hooft, Elise; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Stad Antwerpen