is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Oorlogsgedenkteken
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als beschermd monument Oorlogsgedenkteken
Deze bescherming is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Oorlogsgedenkteken
Deze vaststelling was geldig van tot
De slag van Sint-Margriete Hautem vond plaats tijdens het beginoffensief van de Duitse troepen op Belgische bodem. (…) Op 4 augustus staken Duitse troepen de Maas over. De eerste schermutselingen in de regio rond Tienen vonden plaats op 10 augustus te Orsmaal-Gussenhoven en op 12 augustus te Halen. Het 3de en een deel van de 9de Duitse legerkorps rukte onder bevel van generaal von Klück op naar de Grote Gete tussen Halen en Tienen. Een deel van het Belgische leger probeerde de Getelinie te verdedigen. Bedoeling was om de aftocht van de rest van de Belgische troepen te dekken, maar ook om Antwerpen van omsingeling te vrijwaren. De legereenheden die de zone rond Tienen onder hun hoede hadden, waren de 2de Gemengde Brigade bestaande uit het 2de en het 22ste Linieregiment (Sint-Margriete-Houtem) en het 3de en 23ste Linieregiment (Grimde). Het 22ste Linieregiment bestond uit 2200 manschappen en werd ondersteund door een groep bereden artillerie van de 2de Gemengde Brigade en een compagnie mitrailleurs. Zij stonden onder het bevel van de toenmalige kolonel Guffens.
De schermutselingen gingen om 13.30 uur te Grimde van start en verplaatsten zich naar Sint-Margriete-Houtem, waar zij een uur lang in alle hevigheid zouden woeden. Uiteindelijk besliste de Belgische legerleiding om zich terug te trekken. 553 Belgische soldaten, 17 officieren en 15 onderofficieren verloren hierbij het leven. (…)
De inhuldiging van dit monument -ter herdenking van de gesneuvelden van de Slag van Sint-Margriete-Hautem- op 19 augustus 1923 kende een woelige voorgeschiedenis. In het voorjaar van 1921 nam de Gentse oud-strijdersvereniging Amicale des Anciens Combattants de Hauthem Ste Marguerite onder voorzitterschap van de inmiddels tot generaal-majoor gepromoveerde Guffens, het initiatief om op het militaire kerkhof een herdenkingsmonument voor de Belgische gesneuvelden op te richten. Op 14 augustus 1921 werd ter gelegenheid van de jaarlijkse herdenking van de veldslag op het kerkhof de eerste steen gelegd. De uitvoering van het initiatief kwam echter nooit tot stand. De ontwerpen van de hand van de toen zeer gerenommeerde Hippolyte Le Roy [(1857-1943), beeldhouwer en diens broer Maximiliaan (architect)] moesten immers eerst goedgekeurd worden door de Nationale Commissie der Krijgsbegravingen (Commission Nationale des Sépultures Militaires). Op 17 augustus 1922 stelde deze commissie volksvertegenwoordiger en toenmalig Tiens burgemeester, Charles de Jaegher, op de hoogte van het feit dat het ontwerp volledig in strijd was met de bepalingen van het Verdrag van Versailles met betrekking tot de Duitse begraafplaatsen. Bovendien oordeelde de commissie de individuele grafzerken voldoende en vonden zij een gezamenlijk herdenkingsteken totaal overbodig. In dezelfde brief werd tevens gewezen op de wet van 5 september 1917 die de bevoegdheid van de militaire begraafplaatsen volledig onder de staat liet ressorteren. Op 2 september van datzelfde jaar werd de Tiense gemeenteraad hiervan op de hoogte gesteld. Er werd tevens gesteld dat het gewaagde ontwerp van Le Roy de gevoelens van de nabestaanden van de Duitse gesneuvelden zou kunnen kwetsen. Vooral de afbeeldingen van de Duitse inval en baldadigheden werden aanstootgevend bevonden. Het monument mocht er slechts komen op voorwaarde dat alle Duits-onvriendelijke afbeeldingen en ook de namen van de Belgische gesneuvelden verwijderd werden. De Amicale hield echter voet bij stuk en bleef hardnekkig vasthouden aan haar voornemen om aan de Belgische gesneuvelden, die over drie verschillende kerkhoven verspreid lagen, een gezamenlijk aandenken te schenken. In een laatste poging om hun initiatief door te drukken, schonken zij het gedenkteken aan de stad Tienen met het verzoek er een nieuwe locatie aan te geven. Dit voorstel werd op 2 oktober door de Tiense gemeenteraad goedgekeurd.' Het monument kreeg - op vraag van de Amicale - een plaats in de nabijheid van de Provinciale Normaalschool - naar het slagveld van 18 augustus 1914 gekeerd -, waardoor de lessen 'Vaderlandse' geschiedenis aanschouwelijk konden geïllustreerd worden en de herinnering aan de slag van generatie op generatie doorgegeven kon worden. 'De onthulling samen met de overhandiging aan de stad vond plaats op 19 augustus 1923.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog verwijderden de Duitsers de omstreden bronzen platen. Eén van de platen werd vernield. De tweede kwam op de zolder van de stadsmagazijnen in de Academiestraat terecht. Toen de dienst Openbare Werken deze locatie verliet, werd de plaat naar het stedelijk museum overgebracht.
Oorlogsgedenkteken dat gelegen is in een door taxushagen omzoomd, rechthoekig perk en opgevat is als een hardstenen gedenkmuur met centraal een bronzen beeldengroep.
De beeldengroep stelt twee Belgische militairen voor: een gekwetste officier, liggend en met sabel in de linkerhand, die met de rechterhand in de richting van Sint-Margriete-Houtem wijst en de staande figuur - een soldaat met geweer - aanspoort om de strijd verder te zetten. Beide figuren zijn waarheidsgetrouw en gedetailleerd weergegeven, getuigen de wapenuitrusting en de kledij.
De gedenkmuur bestaat uit een geprononceerde middenpartij - vooruitspringend met geprofileerde sokkel, licht verzonken spiegel en bekronend hoofdgestel met opschrift "PRO PATRIA" -, geflankeerd door twee lagere, op een vierkante pilaster met getrapte bekroning uitlopende muurpartijen met verdiepte spiegel waarin eertijds bronzen platen met half-reliëfs bevestigd waren, nu sober gedecoreerd met palmtak en lauwerkrans. Centraal op de muur is in beide landstalen volgend opschrift weergegeven: "RECHTOVER/ IN DE VLAKTE VAN STE MARGARETHA HAUTEM/ DEN 18 AUGUSTUS 1914/ WEERSTOND HET GROUPEMENT/ GEVORMD DOOR/ HET 22STE LINIEREGIMENT COLONEL GUFFENS/ HET GESCHUT DER 2E GB MAJOR STAF ADJ. GRAME/ EN DER COMPAGNIE MIDER 2E GB COMMANDANT STROOBANTS/ HARDNEKKIG DEN GANSCHEN DAG AAN DE WOEDENDE AANVALLEN DER TROEPEN/ VAN HET DUITSCHE LEGER WELK BEVEL HAD HET BELGISCHE LEGER AAN/ DE GEETE OPGESTELD TE VERSLAGEN EN VAN ANTWERPEN AF TE SNIJDEN/ DE GROOTSCHE OPOFFERING DEZER KEURTROEPEN WELKE MEER DAN 50 %/ HUNNER GETALSTERKTE VERLOREN VERPLICHTEN DEN VIJAND TOT STILSTAAN/ EN LIET ALZOO AAN HET BELGISCHE LEGER TOE ZICH ONAANGEROERD NAAR/ ANTWERPEN TERUG TE TREKKEN". Voorts "OPGERICHT DOOR DE VRIENDENBOND/ DER OVERLEVENDEN VAN HET GEVECHT/ VAN SINT-MARGARETA-HAUTEM/ ONTHULD EN GESCHONKEN AAN DE STAD THIENEN/ DEN 19 AUGUSTUS 1923".
De sokkel is gesigneerd "HIPP. LE ROY./ STATUAIRE" en "MAX. LE ROY/ ARCHITECTE".
Aan de achterzijde van het monument zijn de namen van de gesneuvelden en de datum "18-VIII-1914" (onder de beeldengroep) gebeiteld.
Auteurs: Verloove, Claartje; Vrancken, Lutgarde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Tienen
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Oorlogsgedenkteken [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/214964 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.