Historisch overzicht
In de nacht van 31 juli op 1 augustus 1914 werden 212 Overijsenaren opgeroepen en gemobiliseerd ter versterking van het Belgische leger. Enkele dagen later, op 3 augustus, trokken Belgische troepen door Overijse in de richting van Namen en Luik. De volgende dag brak de Eerste Wereldoorlog uit. Op 20 augustus, om 7.30 uur kwamen de eerste Duitse troepen in Overijse aan. Er werd beslag gelegd op de gemeentekas en de ontvangsten van de post, en haast onmiddellijk begonnen soldaten te plunderen. Diezelfde dag nog werden 700 Duitse soldaten in Overijse ingekwartierd. Ondanks enkele incidenten en dreigende represailles, bleef Overijse gespaard van grote vernielingen. Ter ere van de gesneuvelde Overijsenaren bestelde de gemeente een gedenkteken bij Marcel Rau (Brussel, 1886 – 1966), een klassiek beeldhouwer en ontwerper van medailles en geldstukken.
Marcel Rau was de zoon van architect Jules Rau (1854-1923), petekind van Victor Horta (1861-1947) en volgde van 1903 tot 1909 een opleiding beeldhouwkunst en architectuur aan de Academie van Brussel, waar hij leerling was van Charles Van der Stappen (1843-1910) en Paul Dubois (1859-1938). Hij behaalde in 1909 de Prijs van Rome en bezocht tal van Europese landen. In 1915 begon zijn 45 jaar lange loopbaan als inspecteur sierkunsten en architectuur in het kunstonderwijs. In 1945 werd hij lid van de Koninklijke Academie.
Rau realiseerde verschillende grafmonumenten op de begraafplaats van Elsene en kreeg meerdere officiële opdrachten, waaronder heel wat monumenten in het Brusselse en oorlogsgedenktekens na de Eerste Wereldoorlog, onder andere in Aalst, Halle, Ninove, Overijse, Vielsalm, Elsene, Oostende, Jamoigne en Thimister. Hiervoor werkte hij meermaals samen met de beeldhouwers Paul Dubois en Charles Samuel (1862-1939) en de Brusselse architect Georges Hendrickx (1890-1933). Decoratieve werken van hem zijn onder meer terug te vinden bij de U.L.B., het stadhuis van Charleroi en de Nationale Bank te Brussel. Hij ontwierp bustes en portretten, voornamelijk van kinderen en krachtige en evenwichtige beelden van mannelijke atleten. Hij realiseerde onder meer het monumentale beeld van Koning Albert ter gelegenheid van de 'Exposition de l'Eau' in Luik (1939). Ook tijdens de wereldtentoonstellingen te Brussel van 1935 en 1958 was werk van hem te zien.
Het gedenkteken werd op 26 juni 1921 met de nodige luister ingehuldigd. Na 1945 werd de namenlijst aangevuld met de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.
Beschrijving
Oorlogsgedenkteken, gevormd door een een als gedenkzuil uitgewerkte, hardstenen sokkel waarop een in brons gegoten, gevleugelde vrouwenfiguur. De gevleugelde vrouw, op een bol met haast gestrekte rechter voet balancerend, is gehuld in een gedrapeerde jurk en heeft lauriertakken in beide handen, het geheel verwijzend naar overwinning. De vierkante sokkel, uitgewerkt als triomfzuil, is breed aan de getrapte basis, holrond versmallend naar de schacht, en heeft een getrapte bekroning. In de overgang tussen basis en schacht - op een vierkante spiegel – prijken in reliëf uitgewerkte lauwerkransen. Daarboven, tussen pseudo-hoekpijlers en ietwat verzonken, bronzen platen met de namen van 14 gesneuvelden onder het opschrift “1914-1918” – bij uitbreiding ook 3 slachtoffers van 1940-1945 - aan de voorzijde, links het wapen van Overijse, rechts het Belgische wapen en achteraan de voorstelling van een gebroken zwaard met helm en lauriertak.
- DE MAESSCHALCK K. en andere 2002: Oorlogsmonumenten 1914-1918 in Vlaams-Brabant, Brussel, Algemeen Rijksarchief.
- VAN SAN P. 2004: De Grote Oorlog 1914-1918 en Overijse. Wel en wee van Eizer, Jezus-Eik, Overijse (centrum), Maleizen, Terlanen en Tombeek, in deze moeilijke periode, Antwerpen.