Historisch overzicht

In 1927 werd op de Plaats in Bever een oorlogsgedenkteken opgericht, ontworpen door beeldhouwer Frans Paul Jochems (1880-1949). Het monument stond eertijds meer oostwaarts op het dorpsplein, ter hoogte van de apsis van de Sint-Martinuskerk (Ministerieel Besluit 09.12.2009) en stond te midden een plantsoentje dat afgeschermd was door middel van een sierlijk smeedijzeren hekwerk op een lage plint. Het monument werd echter verplaatst omwille van herinrichting van het plein voor parkeerplaatsen en kreeg een nieuwe stek aan de zuidzijde van de kerk, ter hoogte van de middenbeuk. Het fraaie hekwerk verdween.

Frans Paul Jochems (1880-1949) werd in Antwerpen geboren en werkte al op 12-jarige leeftijd bij lithograaf en drukker Julien 't Feld (1874-1933). In de kunst-ambachtschool Sint-Lucas, waar hij avondlessen volgde, werd Jochems talent opgemerkt, waardoor hij toegang kreeg tot de Antwerpse Academie en het Hoger Instituut voor Schone Kunsten. Hij was er leerling van Thomas Vinçotte en werkte later in het atelier van Frans Joris, bij Dupon en Deckers. Na zijn studies kreeg Jochems heel wat opdrachten voor zowel openbaar als privé-werk. Hij ondernam studiereizen naar Parijs (waar hij de invloed van Rodin onderging) en Duitsland, en werkte een tijd in Londen. Zijn faam ging over de grenzen. Zijn "glorietijd" situeert zich in de periode van 1918 tot aan de wereldcrisis van 1930/31. Uit deze periode dateert een reeks oorlogsgedenktekens. Naast het monument van Bever (1927), ontwierp en vervaardigde Jochems ook oorlogsmonumenten voor Verviers (1920), Kruibeke (1920), Lommel (1923), het Sterckxhof in Deurne (1924), Silsburg-Deurne (1924), Chaudfontaine (1926) en Waremme (sine dato). Het oorlogsgedenkteken van Bever is identiek aan dat van Lommel (1923) en gelijkt sterk op dat van Waremme.

Beschrijving

Het oorlogsgedenkteken bestaat uit een gestileerde hardstenen sokkel waarop een naar de overwinningsgodin Nikè verwijzende gevleugelde vrouw in brons. De sokkel, versmallend met gebogen lijn naar boven, is subtiel voorzien van kruiselings gebonden groeven en gebundelde lauriertakken waartussen de opschriften "A NOS/ HEROS"/ "1914 * 1918"/ "GUERRE MONDIALE"/ 1940 * 1945" (voorzijde) en de namen van de slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog (zij- en achterkanten). De gevleugelde vrouw op de sokkel is gehuld in een gedrapeerd gewaad en draagt in de linkerhand een bloementuil terwijl ze met de rechterhand een lauwerkrans lijkt neer te leggen voor de soldatenhelm die aan haar voeten ligt.