Rijhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder plat dak, gebouwd in opdracht van aannemer Gérard De Gezelle volgens bouwplan van 1938 naar ontwerp van architect Robert Buysse (Gent), zie inscriptie links onderaan de erker "R. Buysse arch. Gent". Nummer 183 en nummer 185 zijn van dezelfde architect opgetrokken in een gelijkaardige stijl van decoratieve baksteenarchitectuur aansluitend bij het modernisme. De gevel is opgebouwd uit metselwerk van rode baksteen oorspronkelijk met dieperliggende horizontale voegen op arduinen plint, pui bekleed met witte natuursteen (kalkzandsteen?), bruine staande dakpannen zijn aangebracht als gevelbeëindiging. De bovenverdieping wordt geaccentueerd door een rechthoekige bakstenen erker, doorlopend over twee bouwlagen. Rechthoekige vensters met vernieuwd schrijnwerk, in de erker met doorlopende beglazing. De rechthoekige beglaasde voordeur, centraal in de voorgevel, is voorzien van een ijzeren deurrooster in een ruitvormig patroon. Ingewerkte brievenbus onder het benedenvenster. In de rechter travee bevindt zich een rechthoekige houten garagepoort met beglaasde panelen voorzien van gelijkaardig traliewerk.
Volgens het bouwplan omvat de begane grond een parloir, een inkom en een garage, de inkom leidt naar de vestiaire en het trappenhuis, erachter ligt de eetplaats, met een erkervormig raam naar de tuin en verbonden met de keuken ernaast. De bel-etage omvat over de volledige breedte een living-room, van de twee slaapkamers aan de tuinzijde gescheiden door het trappenhuis en de badkamer. De bovenste verdieping bevat aan de straatzijde nog twee slaapkamers.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1938/S/3.
- Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Monumenten – en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Kenneth Van Caenegem en Julie Verhelst, 2011-2012.