Het onderkelderde rijhuis van twee traveeën en twee bouwlagen, afgedekt door een flauw hellend dak, volgens bouwaanvraag met zink bekleed, is gebouwd naar een ontwerp van architect Guillaume Monnier (Gent) van 1937. De gevel is opgetrokken uit gele bakstenen metselwerk met dieperliggende horizontale voegen op een arduinen plint, en wordt beëindigd door een opengewerkte attiek met ijzeren leuning. Twee keldergaten met rooster onder het benedenvenster en één onder de deur. Rechts van de deur is een aansluiting voor een buitenkraantje geplaatst. Rechthoekige vensters met vernieuwd schrijnwerk, voorzien van zwart geglazuurde tegeldorpels, op de bovenverdieping als drielicht met tussenstijlen van geglazuurde tegels en in een dito omlijsting. Ingewerkte brievenbus onder het benedenvenster. Rechthoekige glasdeur met ijzeren rooster, afgeschuinde dagkanten met zwartgeglazuurde tegels, bekroond door uitstekende kroonlijst met erboven rechthoekig bovenlicht. Rechts in de dagkant van de deuropening is de originele deurbel bewaard. Volgens de bouwplannen opengewerkte achtergevel met deurvensters naar tuin en op de bovenverdieping met balkon.
Volgens het bouwplan vertoont het huis de traditionele ruimte-indeling van een enkelhuis: op de begane grond rechts een inkomhal met trap en toilet, links van de inkomhal, salon aan de straatzijde en eetplaats, uitgevend op de tuin naar het zuiden, de keuken is ondergebracht in een aanbouwsel in het verlengde van het trappenhuis, op de bovenverdieping bevinden zich twee slaapkamers, een kleedkamer en badkamer zijn voorzien in de aanbouw boven de keuken. De kelder voorzag een kolenkelder, provisie, bergplaats, waskelder en wijnkelder.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1937/S/32.
- Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Monumenten – en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Kenneth Van Caenegem en Julie Verhelst, 2011-2012.