Ensemble van drie ongeveer gelijke huizen van drie bouwlagen, met drie flats, en platte daken, naar ontwerp van architect Jules Lippens (Gent) van 1937. Gevelstijl aansluitend bij de modernistische stijl van het romantisch kubisme. De sobere gevelcompositie is symmetrisch van opbouw, de twee linker gebouwen zijn opgesteld in spiegelbeeldschema. Gevelparement van gele baksteen met dieperliggende horizontale voegen op een kleine arduinen plint. Horizontale accenten door brede vensterregisters met doorlopende dorpels en lateien en staande dakpannen als daklijst. De vensters zijn gevat tussen zwartgeglazuurde tegeldorpels en betonnen lateien. In de bovenlichten is gestructureerd glas aangebracht. Bij renovatiewerken is het schrijnwerk van het middelste pand (nummers 301-305) vernieuwd. Op de bovenverdiepingen heeft het centrale deurvenster een buisleuning. Geaccentueerde deurportieken bekleed met bruine keramiektegels. Bovenlicht met geknikte glazen bouwstenen boven de deuren van nummers 295-299 en nummers 301-305. De licht uitspringende deurtravee van nummers 307-311 onderscheidt zich door een deur met rondboogvormig bovenlicht van gestructureerd glas en patrijspoorten in de borstweringen van de balkons op de bovenverdiepingen.
De indeling van de gelijkvloerse verdieping bevat volgens het bouwplan een "ontvangplaats" aan de straatzijde, doorlopend in een "leefplaats" over de volledige breedte van het pand, en erachter een "kleine eetplaats" en "achterkeuken", die uitgeven op een "koer". De bovenwoningen bevatten vooraan een kleine kamer en een grotere kamer met in de voorgevel een deurvenster met ijzeren leuning, daarachter bevinden zich eveneens een leefplaats met balkon naar de koer en een eetplaats met keuken.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1937/S/11.
- Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Monumenten – en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Ellen Klompmaker, 2011-2012.