Rijhuis in art-decostijl met drie bouwlagen en plat dak, gesigneerd "Er. Snoeck, arch.", volgens bouwaanvraag van 1937. Het belendend pand nummer 398 is van dezelfde architect opgetrokken in een gelijkaardige decoratieve baksteenarchitectuur. De vormgeving behoort tot de art deco en vertoont verwantschap met de zogenaamde Bootstijl in de afgeronde erker, balkon met buisleuningen en patrijspoortvensters. De rood bakstenen gevel op arduinen plint wordt afgelijnd door een nieuwe verkropte houten kroonlijst. Metselwerk in halfsteensverband, in de erker en boven de deur met rechtopstaande stenen. De smalle, licht uitspringende linker deurtravee wordt geaccentueerd op de bovenverdieping door een opeenvolging van ronde vensters in gecementeerde vensteromlijstingen met glas-in-loodraampjes, onder andere van de badkamer op de eerste bovenverdieping. Brede rechthoekige vensters, in de rechter travee met vernieuwd schrijnwerk. Het benedenvenster bewaart, evenals de deur, een bovenlicht met glasraam met geometrische motieven. De gebogen erker op de bovenverdieping wordt bekroond door een balkon voorzien van bakstenen leuning, centraal opengewerkt met buisleuning. Rechts van de inspringende voordeur is in de plint een ijzeren voetenschraper ingewerkt en is een aansluiting voor een buitenkraantje geplaatst.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1937/S/37.
- Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Monumenten – en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Peter Brynart, 2011-2012.