Onderkelderd rijhuis van twee bouwlagen en twee traveeën onder een plat dak, te dateren in 1941, naar ontwerp van architect Frans Meirlé uit Gent in opdracht van mevrouw A.E. Campens.
De lijstgevel heeft een parement van gele bakstenen met verdiepte lintvoegen in combinatie met blauwe hardsteen voor de plint, de deuromlijsting met luifel en de penant tussen de vensters op de eerste verdieping. Kenmerkend is de smalle linker deurtravee en de brede venstertravee aan de rechterzijde met een verspringende gevellijn ter hoogte van de deurtravee.
De gevel is doorbroken met rechthoekige deur- en vensteropeningen. Het originele houten schrijnwerk bleef slechts deels op de benedenverdieping bewaard. De rechthoekige deuropening met luifel en afgeronde dagkanten wordt ingevuld met een houten deur en gestructureerd glas met geometrische roedeverdeling. Links van de voordeur is er nog een klein rechthoekig venster met gestructureerd glas. Rechts van de voordeur bleef de voetschraper bewaard.
Volgens de bouwplannen omvat de kelder traditioneel een opslagplaats voor kolen en een provisieruimte. Op de gelijkvloerse verdieping worden de inkomhal met toilet en de achterliggende keuken geflankeerd door het salon en de woonkamer. De eerste verdieping omvat drie slaapkamers, een badkamer en een tweede toilet.
- Kadasterarchief Oost-Vlaanderen, Mutatieschetsen Gent, afdeling 9 (Gent), 1941/13.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1941/R/5.
- Artesis Hogeschool Antwerpen, Opleiding Monumenten- en Landschapszorg, 1ste master, Onuitgegeven nota’s Charlotte Loosen en Maxime Poulain, 2011-2012.