Onderkelderd art-decorijhuis van twee traveeën en drie bouwlagen onder een zadeldak (rode pannen, nok evenwijdig met de straat), geregistreerd in het kadaster in 1929 en gebouwd in opdracht van ingenieur André De Cuyper. Dit pand werd volgens de bouwaanvraag samen met de aanpalende woning in spiegelschema gebouwd en vormt in het straatbeeld één geheel.

Kenmerkend is de contrasterende combinatie van rode bakstenen, in halfsteensverband met platvolle voegen, met een geelgeschilderde cementering voor onder andere de deur- en vensteromlijstingen, op een hoge plint van blauwe hardsteen.

Decoratief uitgewerkte gevel met houten kroonlijst op klossen, bloklijsten op de bovendorpels en bepleisterde gevelbanden op de tweede en derde bouwlaag.

Dit enkelhuis heeft een smalle linker deurtravee en een brede venstertravee aan de rechterzijde. De rechtertravee wordt geaccentueerd door een driezijdige erker, en bovenliggend balkon met bepleisterde borstwering. De borstwering is voorzien van zwartgeschilderd smeedijzeren hekwerk. Twee rechthoekige keldergaten met horizontaal geplaatst dievenijzer, doorbreken de plint. Rechthoekige venster- en deuropeningen met vernieuwd schrijnwerk. Rechts van de deur bevinden zich resten van een voetschraper en een buitenkraantje.