Onderkelderd art-decorijhuis van twee bouwlagen en twee traveeën onder een zadeldak (pannen, nok evenwijdig met de straat) met bewaarde dakkapel. Volgens een bouwaanvraag van 1934 gebouwd naar ontwerp van architect Georges Fontaine uit Gent, in opdracht van Maurice Van Wezemael. Dit pand vormt in het straatbeeld een geheel met de aanpalende woning, ontworpen door dezelfde architect.

Kenmerkend is het gebruik van diverse materialen voor de opbouw van de gevel: gele bakstenen in halfsteensverband worden gecombineerd met simili voor de vensterstijlen en geglazuurde, zwarte tegels voor de plint, de vensterdorpels en de deuromlijsting.

Dit enkelhuis heeft een typerende opbouw, bestaand uit een brede linker venstertravee en een smalle deurtravee aan de rechterkant. De gevel is doorbroken door rechthoekige deur- en vensteropeningen, met bewaard houten schrijnwerk. Bijzonder zijn de bewaarde glas-in-loodramen volgens een geometrisch patroon. De houten deur, met kleine roedeverdeling, is eveneens bewaard.

In vergelijking met de woning nummer 29 is de voortuin, met afsluitend ijzeren buishekwerk gevat tussen bakstenen pijlers, grotendeels bewaard gebleven.

De plattegrond is, volgens de bouwplannen, volgens een vrij traditioneel schema opgebouwd. Een studio en de woonkamer worden geflankeerd door de inkomhal en het trappenhuis. Naast de koer, bevinden zich vervolgens de keuken (‘kookplaats en schotelhuis’), een toilet en het washuis met achterliggend een opbergplaats voor kolen. De bovenverdieping omvat twee slaapkamers , een badkamer en een studiekamertje boven de keuken. Onder het dak bevindt zich de zolder.