Onderkelderde woning in romantisch kubisme onder een plat dak, van drie bouwlagen hoog en twee traveeën breed, met een verhoogde begane grond boven een garage. Volgens de aanvraag van 1938 gebouwd naar ontwerp van de Antwerpse architect Antoine Gruyaert in opdracht van Julien Verhaeghe. Het perceel werd oorspronkelijk aan de voorzijde afgesloten met ijzeren buishekwerk, gevat tussen bakstenen pijlers. In 1986 verdween deze aanleg en werd de kelder gedeeltelijk verbouwd tot een ondergrondse garage. De voortuin werd heraangelegd met een oprit aan de linkerzijde en met een arduinen trap tot de voordeur aan de rechterzijde.

De lijstgevel heeft een parement van langwerpige gele bakstenen in kettingverband met platvolle voegen. Dit enkelhuis heeft een typerende asymmetrische opbouw, bestaand uit een brede linker venstertravee en een smalle deurtravee aan de rechterkant. Kenmerkend is de oplopende erker met afgeronde hoek aan de rechterzijde, en met op de derde bouwlaag een overluifeld balkon. De horizontale geleding van de gevel wordt benadrukt door de bakstenen banden en doorlopende cordons in simili. Ook de vensterposten werden uitgewerkt in ditzelfde materiaal. De rechthoekige venster- en deuropeningen werden recent ingevuld met nieuw schrijnwerk. Rechts van de voordeur is er een aansluiting voor een buitenkraantje.

Volgens bouwplan worden de inkom, de gang, het bureel en de eetkamer van de keuken, het toilet en de zitkamer gescheiden door de centraal gelegen hal en trappenhuis. Deze indeling wordt doorgetrokken op de eerste verdieping waarbij de trapzaal ingepland werd tussen twee slaapkamers aan de voorzijde en een slaapkamer en naaikamer aan de achterzijde. De tweede verdieping beperkt zich tot de voorbouw en omvat twee slaapkamers en een speelkamer.