Onderkelderd rijhuis van twee bouwlagen en twee traveeën onder een plat dak, afgedekt met zwarte dekstenen. Volgens een bouwaanvraag van 1937, naar ontwerp van Alexander Meuleman in opdracht van Diane Van Glabeke. Oorspronkelijk met aangelegde voortuin, afgesloten door buishekwerk.

De lijstgevel heeft een parement van gele bakstenen met platvolle voegen in halfsteensverband, in combinatie met blauwe hardsteen voor de deurdorpel en de aanzet van de deuromlijsting en bruine, geglazuurde tegels voor de plint, de zijposten van de vensters en de getrapte rondboogvormige deuromlijsting.

Kenmerkend is de asymmetrische gevelopbouw met smalle linker deurtravee en de brede venstertravee aan de rechterzijde en met een verspringende gevellijn ter hoogte van de deurtravee. De venstertravee kenmerkt zich door de rechthoekige, licht uit het gevelvlak springende uitbouw. Het vierdelige rechthoekige venster van de uitbouw heeft, volgens plan, een granito bovendorpel, ondersteund door twee granito zuilen, beide vandaag witgeschilderd. De rechthoekige vensteropeningen hebben een onderdorpel van geglazuurde bruine tegels. Onder het venster op de gelijkvloerse verdieping bevindt zich in de plint een keldergat. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk van de deur- en vensteropeningen is niet behouden. Rechts van de voordeur bleef de aansluiting voor een buitenkraantje bewaard.

Planindeling volgens traditioneel schema met in de kelder een voorraadkamer als ook ruimte voor de opslag van kolen. Gelijkvloers waarbij volgens bouwplan de inkom en de hal met achtereenvolgens de keuken, het toilet en de bergplaats, worden geflankeerd door het salon en de eetplaats met erkervormige uitbouw. Op de verdieping bevinden zich drie slaapkamers en een badkamer.