Eertijds omgrachte hoeve, tijdens het ancien régime foncierhoeve van de heerlijkheid Meesegem in de parochie Kachtem (Izegem). Sinds de aanleg van de A17 in 1983 op het grondgebied van Roeselare. Gelegen nabij de samenvloeiing van Mandel en Rhodebeek, vlak naast A17 en thans in vervallen en onbewoonde toestand.
De oudste vermelding van het foncier van de heerlijkheid Meesegem (kasselrij Ieper) dateert uit 1365. In 1474 wordt de hoeve omschreven met een omgracht opper- en neerhof. Het opperhof bevond zich wellicht op de westelijke uitstulping van de site en was minstens tot in 1515 nog bewoond. Op de Ferrariskaart (1771-1778) is het opperhof al verlaten en door drooglegging van de oostelijke gracht opgenomen in het neerhof. De hoeve was tot aan de openbare verkoop in 1828 adellijk bezit. Van het huidige gebouwenbestand dateert zeker de boerenwoning (18de eeuw) uit de periode van de foncierhoeve. De overige gebouwen dateren uit de eerste helft van de 19de eeuw en later.
Hoeve met thans droge omgrachting, tracé nog herkenbaar in landschap (bomenrij). Noordelijke toegang tot het erf gemarkeerd door poort met hekpijlers in blauwe hardsteen. Hoevegebouwen in U-vorm rond erf geschikt.
In de noordoostelijke hoek van het erf, chicorei-ast gebouwd omstreeks 1900 op plaats van ouder hoevegebouw. Verankerde baksteenbouw met binnenin resten van de technische uitrusting. Westelijk volume van twee bouwlagen onder zadeldak, binnenin met bewaarde zakkenlift. Asttoren van drie bouwlagen hoog, onderaan oven met dubbele stookgaten. Ast wellicht volledig gebouwd door de Roeselaarse firma Soenen-Vandamme, zie opschrift op de metalen frames van de stookgaten. De bij het station van Roeselare gevestigde firma Soenen-Vandamme produceerde aanvankelijk enkel eestvloeren maar vanaf de jaren 1890 ook complete chicorei-asten.
Ten zuiden van de ast, in recente schuur geïncorporeerd wagenhuis uit eerste helft van de 19de eeuw, allicht het volume dat figureert op het primitief kadastraal plan (1835). Baksteenbouw van een bouwlaag hoog onder zadeldak met drie getoogde poorten aan de erfzijde, thans gedicht. Binnenin, getoogde gordingenkap met trekbalken op bakstenen muurpijlers. Op de zuidzijde van het erf, stalgebouw van een bouwlaag hoog onder zadeldak, allicht gelijktijdig met het wagenhuis. Rondboogopeningen in de zijpuntgevels. Binnenin zelfde type dakkap als in het wagenhuis (getoogde gordingenkap).
Aan de overzijde van het wagenhuis, bakstenen boerenwoning van een bouwlaag hoog onder zadeldak. Voor- en rechterzijgevel met vernieuwd bakstenen parement; oorspronkelijk baksteenmetselwerk van de linker zijgevel met vlechtingen. Recente dakkapel boven de voordeur, vervangt de oorspronkelijke dakkapel die centraal in het gevelveld stond. Boerenhuis in kern daterend uit de 18de eeuw, waarschijnlijk het volume zoals weergegeven op de Ferrariskaart. Binnenindeling met twee onderkelderde opkamers in de hoeken van de zijgevels met de achtergevel. Enkele oorspronkelijke 18de–eeuwse interieurelementen: schouw met houten latei op bakstenen hardpijlers, deur van de zuidelijke opkamer, bergkast in de noordelijke opkamer. Cementtegels uit het interbellum, oorspronkelijke 18de-eeuwse overdekking van kinder- en moerbalken. Zolder met plankenvloer. Oorspronkelijke dakkap uit de 18de eeuw. Getoogde gordingenkap met gebeitelde telmerken (vier gespannen), nokgording gedragen door stijlen met windschoren in de langsrichting.
- Brugge, Archief van het kadaster, Kachtem, primitief kadastraal plan (1835).
- CATTEAU J. 1995: Ieperse lenen en heerlijkheden in Oost-Ieperambacht, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Leuven: 30, 58-59, 74-75.
- CLAEYS J., LEROY R. & VANDROMME A. 2005: Merkwaardige hofsteden te Izegem, Izegem: 93.