erfgoedobject

Villa in cottagestijl

bouwkundig element
ID
215085
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215085

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa in cottagestijl
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Villa in cottagestijl, gebouwd naar een ontwerp door de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié uit 1932. Opdrachtgever was E.F. Giacomini, Belgisch consulair vertegenwoordiger in het Poolse Gdynia. Deze nieuw ontwikkelde stad aan de Baltische Zee nabij het vrije Gdánsk, werd vanaf begin jaren 1920 door de Republiek Polen uitgebouwd tot een belangrijke zeehaven. Partner in het Franco-Poolse consortium dat de havenwerken ten uitvoer bracht was het Antwerpse waterbouwkundige bedrijf Ackermans & van Haren. Kort na de opening van de haven van Gdynia, kwam de handelstrafiek met Antwerpen op gang, vermoedelijk de belangrijkste reden voor een consulaire vertegenwoordiging.

De villa Giacomini is één van de latere voorbeelden van de landhuisbouw in cottagestijl door Léopold De Coninck en Maurice Potié, die vanaf de jaren 1920 van dit type villa hun handelsmerk maakten. Opgericht in 1909, was het succesvolle architectenbureau drie decennia lang actief tot 1937. Potié zette de praktijk vervolgens minstens tot begin jaren 1950 onder eigen naam verder. Zowel tijdens de beginjaren als het interbellum liet het bureau zich in strikt stedelijke context opmerken met een architectuur in Frans geïnspireerde neorégencestijl, ontleend aan de klassieke beaux-artstraditie. Haast even exclusief was de voorkeur voor de pittoreske 'Old English'-stijl, geïnspireerd op de traditionele Engelse architectuur uit de 16de eeuw, in de landhuisontwerpen van het bureau bestemd voor residentiële verkavelingen. Hun eerste reeks cottagevilla's, waaronder de eigen woning van De Coninck, kwam al vóór de Eerste Wereldoorlog tot stand in de wijk van de Lourdesgrot in Edegem. Met in totaal een veertigtal woningen, drukten De Coninck en Potié tijdens de jaren 1920 hun stempel op de vroege ontwikkeling van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Na hun eerste cottage in de Hagedoornlaan in 1920, bouwde het bureau het jaar daarop negen woningen van hetzelfde standaardtype voor de bouwmaatschappij "Voorspoed" in de Acacialaan. De meest voorname cottagevilla's kwamen vervolgens tot stand in de Della Faillelaan, waar een opmerkelijke reeks van een tiental van dergelijke landhuizen het straatbeeld bepaalt.

Typische kenmerken van de cottagearchitectuur door De Coninck en Potié zijn de materiaalpolychromie van bak- en natuursteen in combinatie met houtbouw, het door elkaar toepassen van stijl- en regelwerk, ruwe beraping, decoratieve metselverbanden en leien schaliën, het plastische karakter van de informele, ogenschijnlijk organisch gegroeide volumes met complexe dakconstructies, aangevuld met levendige details als luifels, bow-windows, erkers, dakkapellen en schoorstenen. Daarbij zijn meerdere types plattegronden te onderscheiden, van de bescheiden burgercottage tot de standingvolle villa voor de gegoede klasse, met als constante de dominante inplanting van de ruim bemeten traphal in de kern van de woning. De villa Giacomini is naar plattegrond en opstand nauw verwant met de villa Corijnen-Van Linden aan de Berkenlaan, de villa Tyck-Vekemans aan de Hagedoornlaan, en de villa Michielsens-Goris aan de Vijverlaan, die begin jaren 1920 tot stand kwamen. Zij behoren alle vier tot het type van gemiddelde oppervlakte en standing.

Architectuur

Vrijstaand ingeplant in de breedte van het perceel, op een compacte, quasi rechthoekige plattegrond van drie bij drie traveeën, omvat de villa twee bouwlagen onder een complex, overkragend schilddak met dakkapellen. De constructie bestaat uit rood baksteenmetselwerk (papesteen) in kruisverband, met contrasterend gebruik van paarse baksteen (klampsteen) voor de plint, witte natuursteen voor de deuromlijsting, kozijnen, negblokken en de gevelsteen, houten vakwerkbouw en bepleistering in de bovenbouw, en pannen als dakbedekking. De door regelmaat beheerste, veeleer symmetrische opbouw van de villa doet geen afbreuk aan het pittoreske streven van dit type landhuisbouw. Naast de dominante dakconstructie en de hoog oprijzende schoorsteen, wordt het karakter vooral bepaald door het sterk geprononceerde, met een puntgevel bekroonde middenrisaliet van de voorgevel. Daarbij vertoont de geveltop een tweeledig overkragende opbouw in stijl- en regelwerk, met getorste balusters en windborden, ondersteund door een driezijdig erkertje. Pilasters, een korte, gestrekte luifel op voluutconsoles, en een boogveld met metselwerk in keperverband accentueren het portaal. In de zijtraveeën markeren een oplopende rechthoekige erker in stijl- en regelwerk, en een driezijdige houten erker de ontvangstvertrekken. Verder bestaat de ordonnantie hoofdzakelijk uit brede, meerledige kozijnen, voorzien van het oorspronkelijke schrijnwerk en loodglas. In de zuidelijke zijgevel tekent zich de 'inglenook' met schoorsteen van het salon af. Eveneens bewaard zijn de houten inkomdeur en het smeedijzeren voortuinhek. Tot het oorspronkelijke bouwprogramma behoort de vrijstaande garage met schilddak, ingeplant links achter villa, die in 1933 wordt uitgebreid met een fietsenstalling. In 1934 ontwierpen De Coninck en Potié nog een vandaag verdwenen, roodgeschilderde houten pergola van drie traveeën achteraan in de tuin.

De plattegrond is georganiseerd rond de centraal ingeplante, ruime traphal met geïncorporeerde vestibule, die aangevuld met vestiaire en office de volledige diepte van de begane grond inneemt. Volgens de bouwplannen bevindt de eetkamer zich aan de noordzijde van de traphal, grenzend aan de keuken met dienstingang. Het fumoir met haard in de typische vorm van een 'inglenook' en de veranda beslaan de volledige zuidflank, palend zowel aan de straat als de tuin. De eerste verdieping groepeert rondom de traphal drie slaapkamers, de grootste met balkon aan de tuinzijde, een boudoir en de badkamer; het dakniveau, slechts bereikbaar via de zoldertrap, herbergt een (gasten?)kamer en twee mansardes.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 1932#41708, 1933#44342 en 18#22.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215085 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.