erfgoedobject

Villa Van Osselaer

bouwkundig element
ID
215086
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215086

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa Van Osselaer
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Villa in modernistische stijl naar een ontwerp door de architect Paul Smekens uit 1936, voltooid in 1937. Opdrachtgever van het landhuis, dat tot de weinige modernistische gebouwen uit het interbellum behoort in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", was Léon Van Osselaer. Aannemer B. De Rijck uit Edegem stond in voor de bouw.

De villa Van Osselaer is een representatief voorbeeld uit het rijpere oeuvre van Paul Smekens, wiens architectuur vanaf de vroege jaren 1930, naar een gematigd, zakelijk baksteenmodernisme evolueerde. In die periode was de architect vooral actief in de Tentoonstellingswijk, waar hij tussen 1932 en 1935 niet minder dan veertien bouwprojecten tot stand bracht, enkele voor eigen rekening. Op twee eengezinswoningen na, betrof het uitsluitend opbrengsteigendommen, van bescheiden meergezinswoningen tot grotere appartementsgebouwen als het wooncomplex op de hoek van Camille Huysmanslaan, Generaal Cabrastraat en Van Varickstraat, waar Smekens zich vervolgens in 1936 met zijn gezin zou vestigen. Met deze gebouwen heeft de villa Van Osselaer een sobere, rationele vormgeving gemeen, gekenmerkt door een heldere volumetrie, een horizontale ritmering en de lichte kleur van de gevelsteen. Aan dezelfde kenmerken beantwoordt de latere villa Smit-Van Laer aan de Sorbenlaan 36, waarvan het ontwerp uit 1940 dateert.

De overige gebouwen die de architect in de Nieuw-Parkwijk “Den Brandt” tot stand bracht, behoren tot de eerdere ‘kubistische’ fase uit Smekens’ loopbaan, samenvallend met de jaren 1920. Pas sinds 1921 gevestigd als zelfstandig architect, bouwde hij in 1922 een eerste eigen woning aan de Della Faillelaan, op het perceel naast de villa Van Osselaer. Later volgden aan de Cederlaan nog de meergezinswoning Van Berckelaer en de verdwenen villa Nicolas van Laten (voorheen nummer 8) uit 1924, en twee vandaag verbouwde meergezinswoningen waarvan één (nummer 38-38A) voor eigen rekening uit 1925 en één (nummer 36) voor rekening van Madeleine Picard - een verwante van zijn echtgenote - uit 1926, en ten slotte verderop aan de Della Faillelaan de villa Neefs uit 1926, die werd bekroond met de prestigieuze Prijs Van de Ven in 1929.

Smekens ontwikkelde in deze periode, na een traditionele start, een persoonlijke, eigentijdse vormentaal met kenmerken van de art deco, die vooral invloeden incorporeerde van de Amsterdamse School en Willem Marinus Dudok, opgedaan tijdens zijn verblijf in Nederland gedurende de Eerste Wereldoorlog. Hij toonde zich daarmee een pragmatisch modernist, met een kritische reserve ten overstaan van de puristische avant-garde. Nochtans was Smekens op hetzelfde moment als uitvoerend architect verantwoordelijk voor de bouw van de atelierwoning Guiette in de Populierenlaan, de enige realisatie van Le Corbusier in België. Daar hield hij zich evenwel niet aan de vooropgestelde constructiemethode in gewapend beton, volgens het principe van het gestandaardiseerde 'Citrohan'-type. Tijdens de laatste, naoorlogse fase van zijn loopbaan - Smekens zette in 1965 een punt achter zijn praktijk - verdween het modernistische engagement zoals bij zo vele generatiegenoten vrijwel volledig naar de achtergrond. Zijn belangrijkste realisatie uit deze periode was het recent gesloopte Internationaal Zeemanshuis, ontworpen en opgetrokken in 1950-1954.

Architectuur

Vrijstaand ingeplant in de diepte van het perceel, op een quasi rechthoekige plattegrond van drie bij vijf traveeën, omvat het gebouw een souterrain en twee bouwlagen, onder een schilddak met dakkapellen. Voor het gevelparement is gebruik gemaakt van baksteen type Belvédère (bezande gevelsteen), in halfsteens verband met Dudok-voeg - dieperliggende lintvoegen in combinatie met platvolle stootvoegen - en rollagen ter hoogte van de lateien. Volkomen vlak van uitvoering, zonder enig reliëf of profilering, wordt de opstand slechts gedefinieerd door het kleurcontrast tussen de paarse baksteen van de sokkel en de gele baksteen van de bovenbouw. De oorspronkelijke dakbedekking uit blauwe pannen is vandaag vervangen door leien; ook het oorspronkelijke stalen vensterschrijnwerk is vernieuwd met behoud van de raamindeling. Het rationele karakter van de villa berust op de strakke, kubische volumetrie met enkele plastische accenten en een overwegend horizontale ritmering door brede vensterpartijen, afgelijnd door de sterk uitkragende houten kroonlijst. Opvallend steil wekt de dakstructuur een anachronistische indruk bij deze architectuur, die wellicht beter gebaat was geweest met een plat dak. Plastisch van compositie, wordt de voorgevel gemarkeerd door het terugwijkende inkomportaal met trappenbordes, luifel en typische patrijspoort, de uitspringende rotonde van de woonkamer met bekronende stalen buisleuning, en de toegangshelling tot de garage in het souterrain. In de westelijke zijgevel tekenen zich het risaliet van de traphal en het dienstportaal af, en in de oostelijke zijgevel het erkerraam van de eetkamer; tegen de tuingevel leunt het overdekte terras aan. Het schrijnwerk van de inkomdeur, volgens de bouwplannen uit gelakt eterniet, is bewaard; het voortuinhek, oorspronkelijk uit stalen buis is verwijderd.

De plattegrond is georganiseerd rond de inkom- en traphal met geïncorporeerde vestiaire, die een centrale inplanting kreeg in de westelijke helft van het gebouw. De indeling van de begane grond getuigt van een open planopvatting, waarbij de woonkamer met rotonde vanwege de zuidelijke oriëntatie aan de straatzijde is gesitueerd, en de eetkamer aan de noordzijde, aansluitend bij het overdekte terras en de tuin. De keuken met bijkeuken, en dienstingang - waarvoor Smekens ook de inrichting ontwierp - bevindt zich achter de inkom- en traphal, via de office verbonden met de eetkamer. De bovenverdieping omvat vier slaapkamers waarvan één met terras, en de badkamer; het dakniveau herbergt twee meidenkamers en twee zolders.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 18#5046; foto’s FOTO-OF#5416 en GP#4213.
  • Architectuurarchief Vlaanderen, archief Paul Smekens, dossier woning Van Osselaer.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa Van Osselaer [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215086 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.