is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Architectenwoning Vincent Cols
Deze vaststelling is geldig sinds
Villa in art-decostijl, opgetrokken naar een ontwerp door de architecten Vincent Cols en Jules De Roeck uit 1922. Bouwheer was Vincent Cols zelf, voor wie het landhuis als privéwoning bedoeld was. In 1931 liet hij een kleine verbouwing uitvoeren, waarbij het oorspronkelijke overdekte terras aan de tuinzijde werd gedicht en geïncorporeerd in de woonkamer. Een volgende eigenaar, Fernand Van Hauwaert, liet in 1941 door de architect Henri Jespers het interieur verbouwen, enkele vensters dichten of verkleinen, en een veranda met terras toevoegen aan de tuinzijde. De villa onderging midden jaren 1990 een grondige renovatie.
De villa Cols is een van de minstens zeven landhuizen die het architectenbureau Vincent Cols en Jules De Roeck tijdens het interbellum in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" tot stand bracht. Van de andere zijn vandaag bewaard, de villa Somers uit 1922 aan de Eglantierlaan, de villa Dekkers uit 1924 aan de Sorbenlaan, de imposante villa Lee uit 1928-1930 op de hoek van Della Faillelaan en Hagedoornlaan, en de villa Van Dieren uit 1933 aan de Ahornenlaan. Als groep vormen zijn een representatief staal van de residentiële productie uit de beginperiode van het succesvolle bureau. Geassocieerd sinds 1912, maakten Cols en De Roeck vanaf de jaren 1920 vooral naam met tuinwijken en woningen voor een bemiddeld cliënteel, overwegend in neotraditionele, cottage- of sobere art-decostijl. Omstreeks 1930 verplaatste het zwaartepunt van hun architectuurproductie zich naar grootschaliger bouwprojecten als bedrijfs-, kantoor- en appartementsgebouwen, in een meer eigentijdse vormentaal met gebruik van nieuwe materialen en technieken. Actief tot 1965, bracht het architectenbureau ook in de naoorlogse periode nog een indrukwekkende oeuvre residentiële en bedrijfsarchitectuur tot stand, waaronder in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" een tweede reeks van een vijftal traditionalistische tot gematigd modernistische villa’s.
Vrijstaand ingeplant in de diepte van het perceel op een quasi vierkante plattegrond van drie bij drie traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een complex schild/zadeldak met kruisende nok en dakkapellen. De constructie is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk (klampsteen) in kruisverband, met schaars gebruik van contrasterende witte natuursteen voor lateien, dorpels, hoekblokken en dekstenen, en van rode tegelpannen voor de dakbedekking. Als een moderne interpretatie van de traditionele cottage, met duidelijke invloeden van het modernisme en een discrete ornamentatie in art-decostijl, lijkt de villa Cols vooral geïnspireerd op de eigentijdse Engelse landhuisbouw. In dat opzicht vertoont de architectuur een sterke verwantschap met de twee jaar jongere villa Dekkers, vóór deze laatste in cottagestijl werd aangekleed. In vergelijking met de bouwplannen, waaruit een meer expressieve behandeling van het metselwerk valt af te leiden, met decoratieve metselverbanden, werd tijdens de bouw van de villa Cols gekozen voor een licht vereenvoudigde uitvoering. Meest bepalend voor het karakter is de robuuste, levendige volumetrie, opgebouwd uit vlakke muurmassieven zonder profilering, en gedomineerd door de steile dakstructuur met hoog oprijzende schoorstenen. Aan de straatzijde manifesteert het gebouw zich door middel van een breed risaliet met puntgevel, dat asymmetrisch uit het hoofdvolume naar voor springt. Een hoekraam met driezijdige erkers (recent aan straatzijde verbreed), en het inkomportaal, doorlopend belijnd door een korte, gestrekte luifel, leggen de klemtoon op de oksel tussen beide volumes. Opvallende details zijn de steunberen op de hoeken, de bewerkte schouderstukken in art-decostijl van de puntgevel, en het erkervormige schrijnwerk van de brede bovenvensters met een tandlijstje. In de zuidelijke zijgevel tekent zich de schoorsteen van de bibliotheek af. De zuidelijke zijgevel wordt gemarkeerd door het zijrisaliet met puntgevel, dat de dienstingang en het traplicht incorporeert. Verder zijn de opstanden opgebouwd uit registers van overwegend brede raampartijen, conform de indeling van het interieur. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met kleine roeden bleef behouden; het smeedijzeren voortuinhek is verdwenen. Een garage maakte vermoedelijk deel uit van het oorspronkelijke bouwprogramma.
De plattegrond is georganiseerd rond de ruime traphal, die een centrale inplanting kreeg in de villa, ten zuiden geflankeerd door het portaal, ten noorden door de dienstingang. Oorspronkelijk namen de ontbijtkamer met erkerramen en de eetkamer de oostflank in aan straatzijde. Ten westen van de traphal strekte zich een L-vormige suite uit bestaande uit de bibliotheek met haard, de 'sitting room' en het in 1931 gedichte, overdekte terras, waaraan op dat moment een open terras werd toegevoegd. De flankerende keuken stond via de office in verbinding met de vermelde eetkamer aan de straat. Bij de verbouwing van 1941 werd de vroegere eetkamer omgevormd tot nieuwe keuken, en de vroegere bibliotheek, 'sitting room' en keuken samengevoegd tot nieuwe woonkamer. Op de bovenverdieping bevonden zich oorspronkelijk vermoedelijk vier slaapkamers, aan de tuinzijde met terrasloggia, een badkamer en een (linnen?)kamer.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Della Faillelaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Architectenwoning Vincent Cols [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215088 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.