erfgoedobject

Villa in cottagestijl

bouwkundig element
ID
215098
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215098

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa in cottagestijl
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Villa in cottagestijl gebouwd in opdracht van de weduwe John Tyck-Vekemans, naar een ontwerp door de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié uit 1928. Dit bescheiden landhuis was al het derde dat de weduwe Tyck-Vekemans door De Coninck en Potié liet optrekken, na een eerste cottage in de Hagedoornlaan waarmee het bureau in 1920 zijn debuut maakte in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", en een tweede, wat grotere villa in dezelfde straat in 1921. Alledrie de woningen waren allicht bedoeld als vastgoedinvestering. Echtgenoot John Tyck behoorde overigens tot de allereerste opdrachtgevers van het pas opgerichte architectenbureau, met een burgerhuis in de Markgravelei uit 1908.

De woning is een representatief voorbeeld van de landhuisbouw door Léopold De Coninck en Maurice Potié, die tijdens de jaren 1920 van dit type cottagevilla hun handelsmerk maakten. Opgericht in 1909, was het succesvolle architectenbureau drie decennia lang actief tot 1937. Potié zette de praktijk vervolgens minstens tot begin jaren 1950 onder eigen naam verder. Zowel tijdens de beginjaren als het interbellum liet het bureau zich in strikt stedelijke context opmerken met een architectuur in Frans geïnspireerde neorégencestijl, ontleend aan de klassieke beaux-artstraditie. Haast even exclusief was de voorkeur voor de pittoreske 'Old English'-stijl, geïnspireerd op de traditionele Engelse architectuur uit de 16de eeuw, in de landhuisontwerpen van het bureau bestemd voor residentiële verkavelingen. Hun eerste reeks cottagevilla’s, waaronder de eigen woning van De Coninck, kwam al vóór de Eerste Wereldoorlog tot stand in de wijk van de Lourdesgrot in Edegem. Met in totaal een veertigtal woningen, drukten De Coninck en Potié tijdens de jaren 1920 hun stempel op de vroege ontwikkeling van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Na de eerste cottage in de Hagedoornlaan in 1920, eveneens in opdracht van de weduwe John Tyck-Vekemans, bouwde het bureau het jaar daarop volgens hetzelfde standaardtype de negen woningen van de bouwmaatschappij “Voorspoed” in de Acacialaan. De meest voorname cottagevilla's kwamen vervolgens tot stand in de Della Faillelaan, waar een opmerkelijke reeks van een tiental van dergelijke landhuizen het straatbeeld bepaalt.

Typische kenmerken van de cottagearchitectuur door De Coninck en Potié zijn de materiaalpolychromie van bak- en natuursteen in combinatie met houtbouw, het door elkaar toepassen van stijl- en regelwerk, structuurpleister, decoratieve metselverbanden en leien schaliën, het plastische karakter van de informele, ogenschijnlijk organisch gegroeide volumes met complexe dakconstructies, aangevuld met levendige details als luifels, bow-windows, erkers, dakkapellen en schoorstenen. Daarbij zijn meerdere types plattegronden te onderscheiden, van de bescheiden burgercottage tot de standingvolle villa voor de gegoede klasse, met als constante de dominante inplanting van de ruim bemeten traphal in de kern van de woning. De woning Tyck-Vekemans, behoort binnen de productie van De Coninck en Potié tot de categorie van de bescheiden burgercottage.

Architectuur

Vrijstaand ingeplant in de breedte van het perceel, op een quasi rechthoekige plattegrond van drie bij twee traveeën, omvat de villa twee bouwlagen onder een complex, overkragend schilddak met dakkapellen. De sobere constructie bestaat uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband in combinatie met ruwe cementberaping in de bovenbouw, schaars gebruik van witte natuursteen voor onder meer hoekblokken, grenenhout voor het schrijnwerk, en pannen als dakbedekking. De asymmetrische opbouw van de villa beantwoordt aan het pittoreske streven van dit type landhuisbouw, maar weerspiegelt evenzeer de functionele indeling van het interieur. Bepalend voor het karakter is de manke dakconstructie, die aan de tuinzijde afloopt tot boven het overdekte terras. De voorgevel wordt gemarkeerd door het sterk geprononceerde zijrisaliet, bekroond door een eenvoudige puntgevel met windborden die op houten korbelen steunt. Hiertegen leunt het inkomportaal met pannen schilddak aan, met erboven het getraliede steekboogtraplicht. Informeel van opzet, bestaat de ordonnantie uit uiteenlopende venstervormen, waarvan enkele onder een boogveld in keperverband met waterlijst. Waar het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters behouden bleef, lijkt de tuinafsluiting van recente datum.

De plattegrond is georganiseerd rond de centrale traphal, die op de begane grond de volledige diepte van de woning inneemt, met aansluitend het inkomportaal en de vestiaire. Links ervan bevindt zich de keuken met office en dienstingang, en aan de tuinzijde de eetkamer met overdekt terras; het fumoir met haard neemt de volledige rechterzijde in. De bovenverdieping groepeert drie slaapkamers en de badkamer rond de traphal, het dakniveau herbergt een volwaardige kamer en drie kleinere mansardes.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 238#1952.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215098 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.