erfgoedobject

Geheel van drie gekoppelde cottages

bouwkundig element
ID
215104
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215104

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek en context

Drie gekoppelde meergezinswoningen in cottagestijl, voor eigen rekening gebouwd door de aannemer-bouwmeester Gerard Kloppers, naar een ontwerp uit 1921. Kloppers, een lokale bouwondernemer en vastgoedpromotor van Nederlandse origine gevestigd in de Berkenlaan, beschikte over een aaneengesloten reeks bouwpercelen aan de pare zijde van de Acacialaan, die op één na het volledige bouwblok tussen Della Faillelaan en Berkenlaan besloeg. Hierop bouwde hij tussen 1921 en 1924, behalve dit complex meergezinswoningen, acht landhuizen van verschillende grootte, vermoedelijk bestemd voor verkoop ‘sleutel-op-de-deur’. Van de landhuizen zijn er nog vijf gaaf bewaard, de nummers 30, 34, 36, 38 en 44, twee werden onherkenbaar verbouwd (nummers 32 en 42) en één is gesloopt (voorheen nummer 40). Ook op andere plaatsen in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", zoals de Ahornenlaan, de Berkenlaan, de Cederlaan en de Varenlaan, realiseerde Kloppers meerdere landhuizen en meergezinswoningen. In Antwerpen en dan met name Wilrijk, lijkt hij met dit soort vastgoedprojecten actief te zijn geweest van kort na de Eerste Wereldoorlog tot begin jaren 1930.

Het complex meergezinswoningen op de hoek van de Acacialaan en de Berkenlaan is een gaaf en representatief voorbeeld van de door Gerard Kloppers geproduceerde architectuur in cottagestijl, die zich onderscheidt door een informeel en pittoresk opzet. Belangrijkste kenmerken zijn de materiaalpolychromie van bak- en natuursteen in combinatie met stijl- en regelwerk, het plastische karakter van de ogenschijnlijk organisch gegroeide volumes met complexe dakconstructies, aangevuld met levendige details als luifels, bow-windows, erkers, loggia’s, dakkapellen en schoorstenen. Het geheel onderscheidt zich door een geschrankte inplanting, die met een dynamisch, getand profiel de hoek rondt van Acacialaan en Berkenlaan. Daarbij sluiten de twee hoekpanden met hun geveluitsprongen aan op de rooilijn van beide straten, terwijl het middenpand terugwijkt achter een omheind voortuintje.

Architectuur

Met een totale gevelbreedte van twaalf traveeën - drie voor beide hoekpanden en zes voor het middenpand - telt het ensemble drie bouwlagen onder complexe schild- en zadeldaken met kruisende nok en dakkapellen. De constructie bestaat uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, schaars verwerkt met witte natuursteen voor hoekblokken en dorpels, met gebruik van houtbouw en bepleistering of een gecementeerd imitatieparement in de bovenbouw, en pannen als dakbedekking. De asymmetrische opbouw van de drie afzonderlijke gebouwen, met detailvariaties tussen beide hoekpanden, beantwoordt aan het pittoreske streven van de cottage-architectuur, maar weerspiegelt evenzeer de functionele indeling van het interieur. Elk afzonderlijke legt de gevelcompositie van de drie panden de klemtoon op de middenas, gemarkeerd door een puntgevel; daarbij onderscheidt het middenpand zich door een geschrankte en gespiegelde opbouw. Naast de dominante dakconstructie, wordt het karakter vooral bepaald door het plastische effect van erkers en loggia’s, en de bekronende, driehoekige geveltoppen in stijl- en regelwerk met windborden, overkragend op korbelen. Informeel van opzet, bestaat de ordonnantie uit gevarieerde venstervormen; houten luifels beschermen de portalen. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters, met kleine roeden in het bovenlicht, is bewaard, evenals het smeedijzeren voortuinhek.

Volgens de bouwplannen bestaat elk van de drie panden minstens uit een beneden- en een bovenwoning; de deels in de dakconstructie geïntegreerde tweede verdieping - waarvan de plattegrond ontbreekt - herbergt mogelijk nog een derde, alleszins kleiner huurkwartier. De twee hoekpanden hebben een identieke plattegrond in spiegelbeeld, elk ontsloten door een gemeenschappelijke inkom- en traphal; het middenpand beschikt als enige over twee aparte inkomportalen en trappenhuizen voor de beneden- en bovenwoning(en). De beneden- en bovenwoning in de hoekpanden bestaan uit een hal, een suite van eetkamer en woonkamer over de volledige diepte van het pand - gelijkvloers aangevuld met een extra veranda - een keuken en twee (slaap)kamers. In het middenpand omvat de benedenwoning een woon-, eet- en slaapkamer van gelijke grootte en een keuken, ontsloten door de centrale hal; volgens hetzelfde principe telt de kleinere bovenwoning telt twee kamers van gelijke grootte, een keuken en nog een extra kamertje.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 238#723, 1923#16161 (nummer 32), 238#781 (nummer 40), 238#771 (nummer 42).

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Geheel van drie gekoppelde cottages [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215104 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.