Historiek en context
Twee bescheiden burgerhuizen in cottagestijl, gelijktijdig ontworpen door de architecten Fernand de Montigny en Louis Somers in 1925. Opdrachtgever van nummer 56 was juffrouw H.M. Haug, daar waar het nummer 58 voor eigen rekening van de Montigny werd opgetrokken, wellicht bestemd voor verhuur of verkoop.
Associés van omstreeks 1910 tot 1940, lieten Fernand de Montigny en Louis Somers zich kort na de Eerste Wereldoorlog opmerken met het stadion voor de Olympische Spelen van 1920. In hun talrijke burgerhuizen uit de jaren 1920, pasten zij doorgaans een behoudende beaux-artsstijl toe. Op hetzelfde moment waren beide architecten actief in de wederopbouw van Oostkerke (Diksmuide), met neotraditionele ontwerpen. Eveneens van hun hand is de neotraditionele woning Ruttiens uit 1926, op nummer 62. De belangrijkste realisatie van de Montigny en Somers in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", tevens één van hun vroege gezamenlijke ontwerpen, is het kasteeltje "Acaciahof" in de Acacialaan uit 1912. De cottagestijl waarvan het Kasteel Schijndaal te Schoten uit 1913 als meest imposante voorbeeld geldt, pasten de Montigny en Somers in 1927 ook toe voor de villa De Smet aan de Vijverlaan.
Architectuur
Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, tellen de volgens repeterend schema gekoppelde rijwoningen drie bouwlagen onder een plat dak. De lijstgevels hebben een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, sober verwerkt met natuursteen, op een breukstenen plint; bekleed met rode dakpannen, wekt topgeleding de suggestie van een zadeldak. Pittoresk van karakter, berust de cottagestijl hier vooral op het gebruik van houtwerk. Beide voorzien van een driezijdige erker op de begane grond, wordt nummer 56 gemarkeerd door een gestrekte luifel en een centraal dakvenster op korbeeltjes, en nummer 58 door een gevelbreed balkon en een puntgevel in stijl- en regelwerk. Het schrijnwerk van de inkomdeuren, respectievelijk rond- en tudorbogig, en de vensters met kleine roeden is bewaard, evenals het smeedijzeren voortuinhek met arduinen postamenten en bolornamenten.
De plattegrond van nummer 56 beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis. Volgens de bouwplannen wordt de enfilade van salon, eetkamer, fumoir en overdekt terras, op de begane grond geflankeerd door de inkom- en traphal, de office en de keuken. De eerste verdieping omvat twee slaapkamers waarvan een met terras en de badkamer, de tweede verdieping een slaapkamer met 'cabinet de toilette', een berging en een achterkamertje. Op nummer 58 wordt de plattegrond over de volledige breedte opgedeeld door de centrale traphal met bovenlicht. Aan straatzijde bevinden zich de inkomhal en de eetkamer, aan de tuinzijde de keuken en een achterkamer. De eerste verdieping biedt vooraan ruimte aan het salon, en achteraan aan de slaapkamer en badkamer, met gevelbrede balkons. Twee grote en twee kleine kamers nemen de tweede verdieping in.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 238#1255-1256.