is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa in cottagestijl
Deze vaststelling is geldig sinds
Villa in cottagestijl naar een ontwerp door de architect Willie Pijl uit 1912 (inscriptie). Opdrachtgever was de Duitser Gustave Frederic Wargenau (°Polepen, 1873), die zich in 1894 vanuit Königsberg (Kaliningrad) te Antwerpen gevestigd had. Hij huwde in 1907 te Courbevoie (Parijs) met Phébé Marguerite Saillens (° Marseille, 1880), dochter van de bekende Franse baptisten predikant Ruben Saillens (Saint-Jean-du-Gard, 1855-Condé-sur-Noireau, 1942). Wargenau werkte als 'procuratiedrager' voor de Duitse handelsfirma Toth, Milch & Cie, en was goed bevriend met Pijl, die zich pas sinds kort als zelfstandig architect gevestigd had. Van hetzelfde type als de villa Schellemans en het daarbij aanpalende nummer 12 verderop aan de Hagedoornlaan, maakt de villa Wargenau deel uit van de vroegste bebouwing in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt".
De villa Wargenau behoort tot het vroegste oeuvre van Willie Pijl, die van bij het ontstaan actief was in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Na een verblijf in het buitenland, tekende de jonge architect al in 1911 als een van zijn allereerste realisaties voor een ensemble burgerhuizen in de Eglantierlaan, waar hij zich vervolgens zelf ook vestigde. Vóór de Eerste Wereldoorlog ontwierp Pijl nog de verdwenen villa Honigmann aan de Della Faillelaan. Waar het beginwerk laveert tussen art nouveau, beaux-arts en cottagestijl, vertoont zijn oeuvre uit de jaren 1920 naast regionalistische kenmerken ook de aanzet tot een klassiek geïnspireerde art-decostijl. In deze periode legde de architect zich vooral toe op het vrijstaande landhuis voor de burgerij, waarvan de pittoreske villa Verswijvel aan de Berkenlaan en de meer eigentijds gestileerde villa Vles in de Jasmijnstraat representatieve voorbeelden zijn. Actief in Antwerpen tot zijn overlijden in 1945, ontwikkelde Pijl vanaf de jaren 1930 een internationaal georiënteerd baksteenmodernisme, herkenbaar aan de strakke volumewerking.
Vrijstaand ingeplant in de diepte van het perceel, op een L-vormige plattegrond van twee/drie bij vier traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een complex zadeldak. De constructie bestaat uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van natuursteen voor speklagen, waterlijsten, hoekblokken en vensterposten, arduin voor de plint en leien voor de dakbedekking. Waar de architect in het ontwerp naar eigen zeggen soberheid in de vormgeving, rust in de lijnvoering en harmonie in de verhoudingen nastreefde, berust het aan de cottagearchitectuur eigen, pittoreske karakter vooral op het huistorentje met spits, en de prominente, overkragende dakpartij met decoratieve windborden, rustend op consoles. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie van de voorgevel de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat uitmondt in een puntgevel. Dit laatste wordt gemarkeerd door een driezijdige erker met smeedijzeren balkon en een korfboogdrielicht; het huidige venster in de geveltop vervangt sinds 1949 de oorspronkelijke, ovale oculus in een expressieve omlijsting. De flankerende huistoren met het inkomportaal, evolueert van een vierkante basis naar een octogonale topgeleding, bekroond door een ingesnoerde naaldspits met smeedijzeren windwijzer. In de oostelijke zijgevel tekent het centrale traplicht zich af; de schoorsteen, het middenrisaliet met de driezijdige erker van de eetkamer, en de oplopende, rechthoekige, overhoekse erker van de woon- en slaapkamer, bepalen het ritme van de westelijke zijgevel. Ter vervanging van een luifel uit ijzer en glas, dateert de loggia met hoekzuil die het inkomportaal beschermt uit 1956. Het houten schrijnwerk van de deur en vensters met kleine roeden in het bovenlicht, oorspronkelijk groen en wit gelakt, is bewaard, evenals het smeedijzeren voortuinhek.
De plattegrond beantwoordt nog aan de klassieke typologie van de burgerwoning. Volgens de bouwplannen wordt de enfilade van salon, eetkamer, woonkamer met erker op het westen en overdekt terras, op de begane grond geflankeerd door de vestibule met vestiaire, de traphal en de keuken met dienstingang. De eerste verdieping is samengesteld uit twee slaapkamers met 'cabinet de toilette', een kleine tussenkamer, de badkamer en een naaikamer. Het dakniveau, slechts bereikbaar via de zoldertrap, herbergt twee mansardes, een kleine en grote zolder.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Hagedoornlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215114 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.