erfgoedobject

Villa in cottagestijl

bouwkundig element
ID
215118
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215118

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa in cottagestijl
    Deze vaststelling is geldig sinds

Beschrijving

Historiek en context

Villa in cottagestijl gebouwd in opdracht van de weduwe John Tyck-Vekemans, naar een ontwerp door de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié uit 1920. Dit landhuis was het eerste van drie woningen die de weduwe Tyck-Vekemans door De Coninck en Potié liet optrekken in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt", allicht bedoeld als vastgoedinvestering. In 1921 volgde een iets grotere villa hogerop aan de Hagedoornlaan, en in 1928 een meer bescheiden cottage aan de Acacialaan. Echtgenoot John Tyck behoorde overigens tot de allereerste opdrachtgevers van het pas opgerichte architectenbureau, met een burgerhuis in de Markgravelei uit 1908.

De villa Tyck-Vekemans is een representatief voorbeeld van de landhuisbouw door Léopold De Coninck en Maurice Potié, die tijdens de jaren 1920 van dit type cottagevilla hun handelsmerk maakten. Vermoedelijk opgericht in 1908, was het succesvolle architectenbureau drie decennia lang actief tot 1937. Potié zette de praktijk vervolgens minstens tot begin jaren 1950 onder eigen naam verder. Zowel tijdens de beginjaren als het interbellum liet het bureau zich in strikt stedelijke context opmerken met een architectuur in Frans geïnspireerde neorégencestijl, ontleend aan de klassieke beaux-artstraditie. Haast even exclusief was de voorkeur voor de pittoreske 'Old English'-stijl, geïnspireerd op de traditionele Engelse architectuur uit de 16de eeuw, in de landhuisontwerpen van het bureau bestemd voor residentiële verkavelingen. Hun vroegste reeks cottagevilla's, waaronder de eigen woning van De Coninck, kwam al vóór de Eerste Wereldoorlog tot stand in de wijk van de Lourdesgrot in Edegem. De villa Tyck-Vekemans was de eerste van het dertigtal realisaties, waarmee De Coninck en Potié tijdens de jaren 1920 hun stempel drukten op de vroege ontwikkeling van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Het ontwerp trok allicht de aandacht van de Naamlooze Bouw- Crediet- en Spaarmaatschappij "Voorspoed", die in 1921-1922 negen van dergelijke cottagevilla’s liet optrekken aan de Acacialaan. Identiek van plattegrond beantwoordden de opstanden aan drie verschillende standaardtypes, die volgens een alternerend schema telkens per drie werden herhaald. Daarvan was het type 2 (Acacialaan 33, 39 en 45) rechtstreeks afgeleid van het ontwerp van de villa Tyck-Vekemans. De meest voorname cottagevilla's van De Coninck en Potié kwamen tot stand in de Della Faillelaan, waar een opmerkelijke reeks van een tiental van dergelijke landhuizen het straatbeeld bepaalt.

Typische kenmerken van de cottagearchitectuur door De Coninck en Potié zijn de materiaalpolychromie van bak- en natuursteen in combinatie met houtbouw, het door elkaar toepassen van stijl- en regelwerk, structuurpleister, decoratieve metselverbanden en leien schaliën, het plastische karakter van de informele, ogenschijnlijk organisch gegroeide volumes met complexe dakconstructies, aangevuld met levendige details als luifels, bow-windows, erkers, dakkapellen en schoorstenen. Daarbij zijn meerdere types plattegronden te onderscheiden, van de bescheiden burgercottage tot de standingvolle villa voor de gegoede klasse, met als constante de dominante inplanting van de ruim bemeten traphal in de kern van de woning. De villa Tyck-Vekemans behoort tot het type van de veeleer bescheiden burgercottage.

Architectuur

Vrijstaand ingeplant in de diepte van het langgerekte perceel, volgt de woning een noord-zuid-oriëntatie met de toegang aan de westzijde. Op een quasi rechthoekige plattegrond van twee bij drie traveeën, omvat de woning twee bouwlagen onder een complex overkragend schilddak met dakkapellen. De constructie bestaat uit eenvoudig rood baksteenmetselwerk in kruisverband schaars verwerkt met natuursteen voor hoekblokken, in combinatie met een ruwe beraping en houten stijl- en regelwerk voor de bovenbouw, en pannen als dakbedekking. De asymmetrische opbouw van villa beantwoordt aan het pittoreske streven van dit type landhuisbouw, maar weerspiegelt evenzeer de functionele indeling van het interieur. Naast de dominante dakconstructie wordt het karakter vooral bepaald door de met geveltoppen in stijl- en regelwerk bekroonde middenrisalieten van beide zijgevels, de oplopende driezijdige erker bekleed met leien schaliën van de voorgevel, de deurluifel en de ontlastingsbogen van de getraliede traplichten. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensterluiken is bewaard, de vensters zijn vernieuwd naar oorspronkelijk model met kleine roeden; eveneens vernieuwd is het smeedijzeren voortuinhek. De garage achteraan op de perceelsgrens, maakt deel uit van het oorspronkelijke bouwprogramma.

De plattegrond is georganiseerd rond de centrale inkom- en traphal, die op de begane grond de volledige breedte van de woning beslaat. Volgens de bouwplannen neemt de woonkamer met haard de straatzijde in, en de eetkamer met erker de tuinzijde, geflankeerd door de keuken met office. Op de eerste verdieping bevinden zich drie slaapkamers en het 'cabinet de toilette', onder het dak een vierde slaapkamer en drie mansardes.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 238#683.

Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215118 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Stad Antwerpen

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.