Historiek en context

Villa in neotraditionele stijl naar een ontwerp door de architect Jos. Evrard uit 1923. Opdrachtgever was de handelsvertegenwoordiger Albert Abraham Freedman (°Glasgow, 1885), die sinds 1888 met zijn ouders Samuel Freedman (°Suwalski, 1859) en Rachel Rosen (Glasgow, 1855-Antwerpen, 1919) in Antwerpen verbleef. Hij huwde in 1909 te Montreal met de Canadese Mabel Ruth Hart (°Montreal, 1884), kreeg er twee zonen en twee dochters geboren tussen 1911 en 1919, en vestigde zich in 1920 opnieuw te Antwerpen.

Jos. Evrard die actief was van kort vóór de eeuwwisseling tot eind jaren 1940, maakte naam met een behoudend oeuvre, waaronder enkele kerkgebouwen. De stadswoningen die hij kort vóór en na de Eerste Wereldoorlog voor een bemiddeld cliënteel ontwierp, zoals het hotel Fraenkel op de Jan Van Rijswijcklaan, worden overwegend gekenmerkt door een klassiek geïnspireerde beaux-artsstijl. Het voor landhuisbouw meer geëigende neotraditionele idioom van de villa Freedman, is dan weer verwant met de "De Vijf Ringen", een wederopbouwwoning uit 1922 op de Grote Markt van Lier. De belangrijkste realisatie van Evrard uit het interbellum is de neoromaanse Heilige-Geestkerk op de Mechelsesteenweg.

Architectuur

Vrijstaand ingeplant, op een rechthoekige plattegrond van twee bij drie traveeën, omvat de villa twee bouwlagen onder een schilddak met dakkapellen. De sobere, robuust ogende constructie bestaat uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, schaars verwerkt met natuursteen voor hoekblokken, een gevelsteen en de deuromlijsting, en met gebruik van arduin voor de plint en dorpels, en leien voor de dakbedekking. Asymmetrisch van opzet legt de compositie van de voorgevel de klemtoon op de brede zijtravee, die wordt gemarkeerd door een torenvormige erkerpartij. Deze laatste is driezijdig van vorm, en via een bekronende attiek doorgetrokken tot in de bedaking. Het korfboogportaal heeft een traditionele omlijsting met nauwelijks geaccentueerde imposten en sluitsteen. Zij- en achtergevels beantwoorden aan een vrij regelmatige ordonnantie met muuropeningen onder ontlastingsbogen, en een uitspringende volume onder lessenaarsdak in de zuidelijke zijgevel. Het overdekte terras van de tuingevel is oorspronkelijk, de erker van de noordelijke zijgevel een latere verbouwing. Het houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters bleef behouden, evenals het smeedijzeren tuinhek. De vrijstaande garage in baksteenbouw onder zadeldak op de perceelsgrens behoort tot het oorspronkelijke bouwprogramma.

De plattegrond van de villa is volgens de bouwplannen georganiseerd rond de ruime, centraal ingeplante traphal met haard. Op de begane grond nemen de inkom met vestiaire en het salon de straatzijde in, en de suite van ontbijtkamer en eetkamer met overdekt terras de tuinzijde; in de middenzone sluit de keuken met dienstingang aan bij de traphal. De eerste verdieping groepeert vijf slaapkamers en de badkamer rond de traphal; het dakniveau herbergt een gastenkamer, drie mansardekamers en twee zolders.