Villa in cottagestijl, ongeveer gelijktijdig met het aanpalende "Les Erables" aan de Ahornenlaan opgetrokken, naar ontwerpen door de architect Edmond Lauwens uit 1924. Bouwheer was Albert De Groote, van beroep expert, boekhouder en vereffenaar, die in deze periode meerdere vastgoedprojecten in de Nieuw-Pakwijk "Den Brandt" tot stand bracht, met als eerste zijn privévilla aan de Hagedoornlaan. Voor het ontwerp van deze laatste in 1921, had De Groote in eerste instantie Lauwens geëngageerd, wiens project echter te duur was gebleken. Vervolgens deed hij beroep op de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié, die later in 1921 de privévilla aan de Hagedoornlaan ontwierpen, en begin 1922 twee aanpalende cottagevilla's aan de Della Faillelaan bestemd voor verkoop. Zijn laatste en meest bescheiden vastgoedprojecten in de wijk, een later totaal verbouwde cottagevilla op de hoek van Sorbenlaan en Olmenlaan, en de twee aanpalende cottagevilla's op de hoek van Ahornenlaan en Olmenlaan, liet De Groote in 1924 alsnog door Lauwens ontwerpen.
"Les Erables" stond sinds 1925 kadastraal geregistreerd op naam van Alfred Van Bever-De Bien, Olmenlaan 13 sinds 1928 op naam van Grace Thusnelda Palies-Warneken (°Neuenheim, 1878). Deze laatste, weduwe van Louis Adriaan Palies (Amsterdam, 1876-Londen, 1922) met wie zij in 1901 te Antwerpen gehuwd was, woonde hier sinds eind oktober 1926 met haar dochters Grace Elisabeth (°Boechout, 1902) en Laurita Jane (°Antwerpen, 1906), allen van Nederlandse nationaliteit.
Edmond Lauwens, wiens loopbaan als architect omstreeks 1910 van start lijkt te zijn gegaan, was ook vóór de Eerste Wereldoorlog al actief in de Nieuw-Parkwijk “Den Brandt”. Naast enkele burger- en opbrengsthuizen ontwierp hij in opdracht van de aannemer Eduard Van Biesen het hotel-restaurant "Au Rond Royal" op de hoek van Eglantierlaan en Varenlaan. Uit begin jaren 1930 dateert een vijfentwintigtal 'goedkope woningen' voor de bouwmaatschappij "Oost West Thuis Best" op het Kiel.
Vrijstaand ingeplant in de breedte van het hoekperceel, op een onregelmatige plattegrond van vier bij drie traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een complex, overkragend zadeldak met kruisende nok en dakkapellen. De constructie is opgetrokken uit baksteenmetselwerk in kruisverband - rode Kempische machinesteen op een plint uit donkere Boomse (klamp)steen - met gebruik van natuursteen voor de dorpels, hout voor de lateien en het stijl- en regelwerk van de geveltoppen, en rode pannen voor de dakbedekking. Het pittoreske karakter eigen aan de cottagearchitectuur, komt vooral tot uiting in de informele, getande volumeopbouw en de manke structuur van de bedaking. Asymmetrisch van opzet legt de compositie van de langgerekte voorgevel de klemtoon op het zijrisaliet dat doorloopt in een puntgevel uit stijl- en regelwerk. Het open portaal in de middenas wordt geflankeerd door de driezijdige houten erker van de eetkamer, en de overhoekse 'ingenook' met schoorsteen van het salon, waar recent de garage tegenaan werd gebouwd. Verder bestaat de ordonnantie uit twee- of meerlichten. Het houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters is bewaard, evenals het smeedijzeren voortuinhek.
De plattegrond is georganiseerd rond de traphal, die het centrum van de villa inneemt. Volgens de bouwplannen bevinden de eetkamer met overdekt terras en de office zich ten noorden van de traphal; het salon met haard in de typische vorm van een 'inglenook' en de keuken met dienstingang beslaan de zuidflank. De bovenverdieping omvat drie slaapkamers waarvan twee met inloopkast, en de badkamer. Het dakniveau herbergt drie mansardes en een zolder.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2014: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/159914 (geraadpleegd op ).
Nummers 4, 7 en 13: vrijstaande villa's in Engels geïnspireerde cottagestijl, uit het eerste of het tweede kwart van de 20ste eeuw; nummer 4 naar ontwerp van C. Pallemans van 1934.
Baksteenbouw met verspringende volumes en karakteristiek pseudo-vakwerk onder complexe bedaking. Omhaagde of omheinde tuinen.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Steyaert, Rita; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Steyaert R. & Kennes H. 1992: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143582 (geraadpleegd op ).