Twee gekoppelde meergezinswoningen in beaux-artsstijl, kort na elkaar gebouwd in opdracht van respectievelijk Willem Jozef Vander Veken-Geurinckx en Theodoor Karel Dams-De Langhe, beide klerk van beroep, naar een ontwerp door de aannemer Frans Geerts uit 1912. Twee quasi identieke rijhuizen bevinden zich aan de overzijde van de straat, op nummers 116 en 120, opgetrokken door Geerts in 1914. De aannemer bouwde vóór de Eerste Wereldoorlog minstens een tiental panden van dit type in de Eglantierlaan en vermoedelijk een vijftal in de achterliggende Varenlaan, zowel voor eigen rekening als voor individuele opdrachtgevers. Begin jaren 1920 volgden er nog enkele. Gevestigd op het Kiel, lijkt Geerts in Antwerpen actief te zijn geweest van kort vóór 1910, tot begin jaren 1920, periode waarin hij verhuist naar Mortsel-Oude God. Waar de plattegrond van de meergezinswoningen aan een standaardtype beantwoordt, kenmerken de gevelontwerpen zich door een uitgesproken voorkeur voor de klassieke neostijlen. Typisch voor sommige van zijn realisaties van vóór de Eerste Wereldoorlog, is de integratie van tegelpanelen in art-nouveaustijl.
Met een gevelbreedte van elk drie traveeën, tellen de volgens spiegelbeeldschema gekoppelde rijhuizen drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevels hebben een verzorgd parement uit natuursteen, op een arduinen plint. Symmetrisch van compositie en afgewerkt met een klassiek hoofdgestel, leggen balkons met balustrade de klemtoon op de middenas. De opstand is verder opgebouwd uit regelmatige registers van deur- en vensteropeningen in typische spiegelboogvorm, met geriemde omlijstingen en bewerkte sluitstenen. Aan de beaux-artstraditie ontleende chutes en voluutmedaillons sieren de borstweringen. Het houten schrijnwerk van inkomdeuren en vensters is bewaard, evenals de gietijzeren voetschrapers en het smeedwerk van de keldertralies.
De plattegrond van de volgens spiegelbeeldschema gekoppelde panden, beantwoordt aan de typologie van de eenvoudige meergezinswoning, die uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol bestaat. Volgens de bouwplannen samengesteld uit drie kamers en een keuken met pomphuis en toilet, worden de drie huurkwartieren per pand ontsloten door de zijdelings ingeplante, gemeenschappelijke inkom- en traphal. De gelijkvloerse woningen beschikken over een veranda met bovenlicht; het dakniveau herbergt telkens drie mansardes.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossiers 238#490 en 238#498.
- Kadasterarchief Antwerpen, mutatieschetsen Antwerpen, Afdeling 42 (Wilrijk), 1913/22, artikels 1439 en 1405.