Burgerhuis of meergezinswoning in eclectische stijl, kadastraal geregistreerd in 1914. Bouwheer was Jan Corneel Focketyn-De Tournay; in het fronton van de inkomdeur zijn de initialen J en F verwerkt. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, ontwerper nog aannemer zijn gekend. Door het ontbreken van de bouwplannen kan evenmin worden vastgesteld, of het een klassiek burgerhuis dan wel een meergezinswoning betreft, het type dat in dit gedeelte van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" het overwicht van de bebouwing uitmaakt.

Met een gevelbreedte van twee ongelijke traveeën, telt de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd parement uit natuursteen, met plastisch versierde deur- en vensteromlijstingen, op een arduinen plint. Asymmetrisch van opzet en horizontaal geleed door de puilijst en de houten kroonlijst op consoles, bestaat de compositie uit een brede hoofdtravee en een sterk geaccentueerd deurrisaliet. In overeenstemming met de interieurindeling, wordt de hoofdtravee gemarkeerd door een drielicht op de begane grond, en een driezijdige erker met bekronend balkon op de bel-etage. Het hoger opgetrokken deurrisaliet heeft een leien helm als bekroning. Van het uitbundige geveldecor in neorenaissancestijl springen vooral het driehoekige deurfronton met hoorns des overvloed, en de boogvelden met maskerkop en waaier erboven in het oog; het sgraffito- of mozaïekdecor in het boogveld van de hoofdtravee is verdwenen. Het houten schrijnwerk van inkomdeur en vensters bleef bewaard, evenals de gietijzeren voetschraper en het smeedwerk van de balkonborstwering met lantaarns en de keldertralies.

De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het rijhuis, bestaande uit een voorbouw en een smalle achterbouw in entresol. Daarbij wordt de enfilade van salon, eetkamer en veranda (?), op de begane grond geflankeerd door de inkomhal, het trappenhuis en de keuken.