Geheel van drie meergezinswoningen in beaux-artsstijl, gebouwd naar een ontwerp door de aannemer Gebroeders Van Biesen uit 1923. Opdrachtgevers waren Jozef Rodeus uit Veurne voor het rechter pand (nummer 110), en de Antwerpenaar Victor Van Broeckhoven voor de twee linker panden (nummers 112-114). De rijwoningen met een gevelbreedte van twee ongelijke of drie traveeën, tellen vier bouwlagen onder een plat dak. Het gevelontwerp uit het bouwdossier wijkt in de detaillering af van de uitgevoerde toestand.
Gustaaf en Louis Van Biesen waren de zonen, en sinds begin jaren 1920 de opvolgers van de aannemer Eduard Van Biesen. Deze had zich in 1911 met zijn kantoren en ateliers in de nabije Kruishofstraat gevestigd, en was vóór de Eerste Wereldoorlog bijzonder actief als bouwpromotor in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Zijn zonen realiseerden op hun beurt meerdere panden in de Eglantierlaan en de nabije Berkenlaan, zowel voor eigen rekening als in opdracht van derden, waaronder het aanpalende opbrengsthuis op nummer 108.
Gekoppeld volgens spiegelbeeldschema en symmetrisch opgebouwd rond een hoger opgetrokken middenpand, onderscheidt het gevelfront zich door een verzorgd parement uit natuursteen, op een arduinen plint. Elk afzonderlijk worden de drie opstanden geleed door de puilijst en afgewerkt met een houten kroonlijst. Een symmetrisch opzet bepaalt het hogere middenpand, waarvan de bovenbouw binnen een steekboogliseen is gevat, met balkons in de middenas. Elkaars spiegelbeeld, valt de klemtoon in de asymmetrische compositie van de flankerende panden op de brede zijtravee, met drielichten eveneens voorzien van centrale balkons. Opmerkelijk is het gebeeldhouwde geveldecor van het middenpand, met vrouwelijke en mannelijke maskerkoppen boven de sokkel en als kapiteel van de liseen, verder medaillons, guirlandes en vijgenbladmotieven. Uit gietijzer zijn de geornamenteerde balkonborstweringen. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk van deuren en vensters is nog ten dele bewaard.
Volgens de bouwplannen beantwoordt de plattegrond van de drie panden aan het eenvoudige type meergezinswoning, ontsloten door de zijdelings ingeplante, gemeenschappelijke inkom- en traphal. Elk omvat vier huurkwartieren, samengesteld uit twee dooreenlopende kamers en een veranda, een keuken met pomphuis en toilet. De bovenwoningen beschikken over een extra slaapkamertje ter hoogte van de inkomhal.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 238#888.