Teksten van Architectenwoning Adolphe Van Coppernolle

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215198

Architectenwoning Adolphe Van Coppernolle ()

Burgerhuis in eclectische stijl met neoclassicistische inslag, als eigen woning opgetrokken door Adolphe Van Coppernolle, naar een ontwerp uit 1909. De architect was hier een 15-tal jaren gedomicilieerd. Met dezelfde bouwaanvraag werd een vergunning gevraagd voor een burgerhuis op het achteraan grenzende perceel Sint-Hubertusstraat 127, ontworpen in opdracht van Jean Schellekens. Datzelfde jaar realiseerde Van Coppernolle ook nog de aanpalende woning Panesi, en voor eigen rekening twee gekoppelde burgerhuizen daarnaast.

Deze groep woningen is representatief voor het vroege oeuvre van Adolphe Van Coppernolle, wiens carrière begin jaren 1900 van start ging. Vóór 1910 paste hij in zijn ontwerpen voor privéwoningen zowel een gematigde art-nouveaustijl als een klassiek geïnspireerde eclectische stijl toe, om zich vervolgens gedurende enkele jaren op de beaux-artsstijl te concentreren. Daarvan behoort het hotel De Vriendt op de Belgiëlei tot de meest zuivere en prestigieuze uitingen. Vanaf de vroege jaren 1920 liet Van Coppernolle zich opmerken met gebouwen in art-decostijl, waaronder een van de meest stijlvolle voorbeelden in Antwerpen, de club "Claridge" uit 1930 in de Anneessensstraat. Na de Tweede Wereldoorlog lijkt hij niet meer actief te zijn geweest.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie en een halve bouwlaag onder een plat dak. De lijstgevel heeft een parement uit witte natuursteen, op een plint uit blauwe hardsteen. Volgens het klassieke principe van de driedeling, is de compositie opgebouwd uit een gedrukte begane grond met schijnvoegen, een bovenbouw geritmeerd door kolossale lisenen, en een mezzanine belijnd door de architraaf en de kroonlijst. De rechthoekige deur- en vensteropeningen vormen regelmatige registers. Guirlandepanelen op de borstweringen, eierlijsten op de lateien, rankwerkmedaillons en een meanderfries ter hoogte van de mezzanine, maken het decor uit. Van het houten schrijnwerk bleef de inkomdeur behouden; ook het smeedijzeren traliewerk en de vensterleuningen zijn bewaard

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning. Volgens de bouwplannen biedt de lage begane grond ruimte aan de eetkamer en de keuken, geflankeerd door de vestibule en het zijdelings ingeplante trappenhuis. Vermoedelijk nemen de ontvangstvertrekken de bel-etage in, en de privé- en slaapvertrekken de hogere verdiepingen, zoals gebruikelijk bij dit type huizen. Of deze architectenwoning ook praktijkruimten omvatte, en zo ja waar deze gesitueerd waren, is niet bekend.

  • Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 956#4562.

Auteurs:  Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Braeken J. 2015: Architectenwoning Adolphe Van Coppernolle [online], https://id.erfgoed.net/teksten/169882 (geraadpleegd op ).


Huizen ()

Enkelhuizen van drie traveeën, drie bouwlagen en souterrain, van omstreeks 1910; de nummers 46, 48 en 52 met neo-Lodewijk XVI-allures, nummer 50 met art-nouveau-inslag, waarvoor bouwaanvraag van 1909 naar ontwerp van architect Adolphe Van Coppernolle.

  • Gemeente-archief Berchem, O.1/5, dossier 23, 21 mei 1909.

Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1992: Architectenwoning Adolphe Van Coppernolle [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143741 (geraadpleegd op ).