Sobere, begin-20ste-eeuwse neoclassicistische burgerwoning, die met drie traveeën en drie bouwlagen onder zadeldak en een bepleisterde en beschilderde gevel, een goed voorbeeld vormt van de standaard bebouwing op het Zuid. Door de talrijke gelijkaardige woningen, heeft deze wijk een homogeen, eigen karakter gekregen. Dit gedeelte van de Sint-Laureisstraat werd in het begin van de 20ste-eeuw herverkaveld en bebouwd met nieuwe huizen. Voor deze woning werd voor de standaard neoklassieke afwerking gekozen, hoewel de omliggende huizen grotendeels in een eigentijdse, eclectische of art-nouveaugetinte bouwstijl zijn gerealiseerd.
De woning kreeg een houten kroonlijst op klossen en met een tandfries, hardstenen plint met keldergaten, kordonlijsten en doorlopende onderdorpels, rechthoekige, regelmatig geplaatste muuropeningen die op de verdiepingen in omlijstingen zijn gevat, imitatievoegen op de begane grond, verdiept muurveld met twee leeuwenkoppen onder de kroonlijst als enige decoratieve element.