is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neoclassicistisch herenhuis
Deze vaststelling is geldig sinds
is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Neoclassicistisch herenhuis
Deze vaststelling was geldig van tot
Herenhuis in neoclassicistische stijl gebouwd in opdracht van de koopman Albert Falcon, naar een ontwerp door de architect Lievin Van Opstal uit 1874. Het perceel dat oorspronkelijk doorliep tot de Rubenslei, werd daar oorspronkelijk afgesloten door een tuinmuur, getekend door Van Opstal in 1875. Het was een bepleisterde en beschilderde bakstenen muur tussen hardstenen, geblokte pijlers, met een neoclassicistische paneelindeling.
Het herenhuis werd in 1922-1923 verbouwd tot kantoorgebouw en verhoogd met een vierde bouwlaag, in opdracht van de verzekeringsmaatschappij La Métropole Anversoise. Tussen 1926 en 1938 volgden nog meerdere inwendige verbouwingen in opdracht van de Agence Minière & Maritime.
Albert Falcon (°Antwerpen, 1841) huwde op 18 januari 1873 te Antwerpen met Emilia Clementia Maria Verbert (Antwerpen, 1847-Antwerpen, 1913), en op 28 november 1873 werd hun dochter Julia geboren. Falcon was de tweede zoon van Louis Camille Falcon (Napels, 1807-Antwerpen, 1889) en Julie Grisar (Antwerpen, 1814-Antwerpen, 1873). Zij was de enige dochter van Jean Martin Grisar (Nievern, 1779-Antwerpen, 1853) stamvader van de oudere tak van het handelaars- en scheepsmakelaarsgeslacht Grisar, dat zich in 1804 vanuit het Duitse Nievern (Rheinland-Pfalz) in Antwerpen gevestigd had. Albert Falcon werkte voor het handels- en makelaarshuis van zijn vader Louis Falcon, de consul-generaal van het Koninkrijk der Beide Siciliën in Antwerpen.
Lievin Van Opstal behoorde samen met vader en zoon Heliodore en Edmond Leclef In de jaren 1870 en 1880 tot de meest productieve architecten aan de Frankrijklei. Ze bouwden er burger- en herenhuizen in een statige, neoclassicistische stijl, en bepaalden zo in grote mate het eind-19de-eeuwse beeld van de voorname boulevard. Het hotel Falcon kwam tot stand op het hoogtepunt van de succesvolle loopbaan van Lievin Van Opstal, en is representatief voor zijn rijpe oeuvre. Alleen al in de jaren 1870 realiseerde hij meer dan honderd woningen in Antwerpen, gaande van burgerhuizen tot de meest prestigieuze herenwoningen voor het patriciaat als deze, met een grote concentratie op de verkavelde voormalige krijgsgronden (Spaanse vesten). Actief van midden jaren 1840 tot kort voor 1900, liep zijn praktijk vanaf 1880 samen met die van zijn zoon en opvolger Edouard Van Opstal.
Het monumentale pand maakt deel uit van een authentieke en vrij intacte rij herenwoningen (nummers 103 tot 115) in het bouwblok tussen de Louiza-Marialei en de Maria-Henriëttalei, waarvan ook beide hoekhuizen bewaard zijn. Nergens aan de Frankrijklei is het 19de-eeuwse straatbeeld zo gaaf en goed herkenbaar als hier. De woningen zijn gebouwd op grote, brede kavels, die oorspronkelijk doorliepen tot aan de achterliggende Rubenslei, waar zich vaak remises, stallingen of tuinmuren bevonden. Ondertussen zijn deze bijgebouwen vervangen door appartementsgebouwen.
Het hotel Falcon is een representatief voorbeeld van de bebouwing die in de jaren 1860 en 1870 tot stand kwam op de nieuwe kavels die langs de Frankrijklei werden aangelegd, na het afbreken van de 16de-eeuwse vestinggordel rond Antwerpen. Talrijke statige neoclassicistische herenhuizen van vier tot zes traveeën werden toen gerealiseerd in opdracht van vooraanstaande burgers, zakenlui, ondernemers, reders, bankiers, advocaten en zo meer.
De voorname rijwoning met enkelhuisopstand telt vijf traveeën met een oorspronkelijke bouwhoogte van drie bouwlagen, later verhoogd met een extra verdieping, onder een zadeldak. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel is horizontaal geritmeerd door de hardstenen plint, kroonlijst, de brede cordonlijst boven de begane grond en de imitatievoegen die de begane grond sieren. Alle vensteropeningen zijn rechthoekig, en gevat in een omlijsting: op de eerste bouwlaag is dat een eenvoudige vlakke lijst, op de tweede bouwlaag kregen de omlijstingen neuten en een entablementbekroning, op de bovenste bouwlaag een versierde sleutel. Zoals de meeste herenwoningen op de Frankrijklei, is de centrale vensterpartij geaccentueerd met een balkon met balustrade; bovenvensters met fraaie ijzeren borstwering. Een opvallend element is de verticaliserende uitwerking van de bovengevel, waarbij de vensters per travee in een verdiept veld zijn gevat. Bewaarde houten koetspoort.
Auteurs: Hooft, Elise; Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)