Deze neoclassicistische herenwoning werd in 1874 ontworpen door bouwmeester L. Van Opstal voor A. Falcon. Ze maakt deel uit van een authentieke rij herenwoningen die tussen 107 en 127 grotendeels bleef bewaard; op de Frankrijklei is het 19de-eeuwse straatbeeld nergens zo goed bewaard als hier. De woningen zijn gebouwd op grote, brede kavels, die oorspronkelijk doorliepen tot aan de achterliggende Rubenslei, waar remises, stallingen of tuinmuren waren gelegen. Ondertussen zijn deze bijgebouwen vervangen door appartementsgebouwen. De oorspronkelijke tuinmuur bij deze woning in de Rubenslei, werd in 1875 ook getekend door architect Van Opstal. Het was een lage bakstenen muur tussen hardstenen, geblokte pijlers; de bakstenen muren waren bepleisterd, met neoclassicistische paneelindeling.
De woning is een voorbeeld van de typische bebouwing die in de jaren 1860 en 1870 werd gebouwd op de nieuwe kavels die langs de Frankrijklei werden aangelegd, na het afbreken van de vestinggordel rond het 16de-eeuwse Antwerpen. Talrijke statige neoclassicistische herenhuizen van vier tot zes traveeën werden toen gerealiseerd in opdracht van vooraanstaande burgers zoals zakenlui, advocaten en zo meer. Twee architecten komen daarbij vaak terug, namelijk Heliodore Leclef en L. Van Opstal. Van beide architecten is nog niet zoveel gekend; uit de gekende realisaties van L. Van Opstal, blijkt zijn voorkeur voor een klassiek, maar zeer verzorgd neoclassicisme, hoewel ook eenvoudige eclectische voorbeelden bekend zijn, met bakstenen parement.
De herenwoning telt vijf traveeën met een oorspronkelijke bouwhoogte van drie bouwlagen, later verhoogd met een extra verdieping onder plat dak. De bepleisterde en witgeschilderde lijstgevel is horizontaal geritmeerd door de hardstenen plint, kroonlijst, de brede kordonlijst boven de begane grond en de imitatievoegen die de begane grond sieren. Alle vensteropeningen zijn rechthoekig, en gevat in een omlijsting: op de eerste bouwlaag is dat een eenvoudige vlakke lijst, op de tweede bouwlaag kregen de omlijstingen neuten en een entablementbekroning, op de bovenste bouwlaag een versierde sleutel. Zoals de meeste herenwoningen op de Frankrijklei, is de centrale vensterpartij geaccentueerd met een balkon met balustrade; bovenvensters met fraaie ijzeren borstwering. Een opvallend element is de verticaliserende uitwerking van de bovengevel, waarbij de vensters per travee in een verdiept veld zijn gevat
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2013: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/143989 (geraadpleegd op ).
Bewaarde herenhuizen in neoclassicistische stijl, uit tweede helft 19de eeuw, behorend tot de oorspronkelijke bebouwing van de zogenaamde Leien. Brede bepleisterde en beschilderde lijstgevels van vier à vijf traveeën en drie soms vier bouwlagen met enkelhuisopstand. Nummer 109 met benadrukte ingangstravee en rondboogdeur, voorts overwegend horizontaliserende elementen zoals geblokte begane grond, doorlopende kordons en brede balkons, nummers 123 en 125 met erker. Rechthoekige vensters en deuren, op bovenverdieping in geriemde omlijsting, vaak met bewerkte sleutels. Nummer 127 met verbouwde gelijkvloerse verdieping(zie winkelfunctie).
Bron: PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nc, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet; Steyaert, Rita
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. & Steyaert R. 1989: Neoclassicistisch herenhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/144463 (geraadpleegd op ).