Deze neoclassicistische herenwoning kan vermoedelijk gelinkt worden aan een bouwaanvraag uit 1872 betreffende een huis ontworpen door bouwmeester L. Van Opstal voor Gustave Van den Abeele. De bouwheer was fabrikant van beenzwart en zaakvoerder van een 'usine pour mouture de bois de teinture' gevestigd op de Dam. Het huis maakt deel uit van een authentieke rij herenwoningen die tussen 107 en 127 grotendeels bleef bewaard; op de Frankrijklei is het 19de-eeuwse straatbeeld nergens zo goed en compleet bewaard als hier. De woningen zijn gebouwd op grote, brede kavels, die oorspronkelijk doorliepen tot aan de achterliggende Rubenslei, waar remises, stallingen of tuinmuren waren gelegen. De oorspronkelijke tuinmuur bij deze woning, werd in 1875 getekend door dezelfde architect.
De woning is een voorbeeld van de typische bebouwing die in de jaren 1860 en 1870 werd gebouwd op de nieuwe kavels die langs de Frankrijklei werden aangelegd, na het afbreken van de vestinggordel rond het 16de-eeuwse Antwerpen. Talrijke statige neoclassicistische herenhuizen van vier tot zes traveeën werden toen gerealiseerd in opdracht van vooraanstaande burgers zoals zakenlui, advocaten en zo meer. Twee architecten komen daarbij vaak terug, namelijk Heliodore Leclef en L. Van Opstal. Van beide architecten is nog niet zoveel gekend; uit de gekende realisaties van L. Van Opstal, blijkt zijn voorkeur voor een klassiek, maar zeer verzorgd neoclassicisme, hoewel ook eenvoudige eclectische voorbeelden bekend zijn, met bakstenen parement.
De woning telt vijf traveeën en oorspronkelijk drie bouwlagen onder mansardedak met centrale dakvensters en twee oeils-de-boeuf. Er werden twee bouwlagen onder plat dak toegevoegd. De woning kent een klassieke afwerking van de façade, met hardstenen plint, een houten kroonlijst, horizontale accenten door de imitatievoegen in het hardstenen parement van de begane grond, door de lijsten en door het over de drie centrale traveeën doorlopende balkon met balustrade. Dit accent op de centrale traveeën is typisch voor de herenhuizen op de Frankrijklei; de deurvensters zijn bekroond met gebogen frontons. Het natuurstenen parement op de verdiepingen is vermoedelijk een toevoeging die gebeurde bij de verhoging van het pand.
Het herenhuis werd in 1919-20 in opdracht van de zussen Marie en Jeanne Beaujean omgevormd tot "Hotel Carlton", een familiepension met een 25-tal kamers, al of niet met badkamer. Met behoud van de ontvangstvertrekken op de begane grond en de traphal, werden daartoe de twee bovenverdiepingen volledig heringedeeld, een derde verdieping en een mansarde toegevoegd, naar ontwerp van de architecten Fernand de Montigny en Louis Somers. Al in 1926-27 liet de bank Crédit Colonial et Commercial het gebouw aanpassen en uitbreiden tot kantoorgebouw, naar een ontwerp door de architect Albert Vereecken. Daarbij werd over de volledige diepte van het perceel een zakelijke kantoorvleugel toegevoegd van negen traveeën en destijds drie verdiepingen, en kreeg het vroegere herenhuis nog een extra vierde verdieping ingericht als appartement.
- Stadsarchief Antwerpen, Bouwdossiers, 1872 # 1014, 1919 # 8946, 1926 # 25359 en 1927 # 26742.