is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa in cottagestijl
Deze vaststelling is geldig sinds
Villa in cottagestijl gebouwd in opdracht van Ch. Corijnen-Van Linden, naar een ontwerp door de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié uit 1921. Het gebouw maakt deel uit van een homogene groep veeleer bescheiden cottages, in het bouwblok tussen de Hagedoornlaan en de Acacialaan. De bouwheer liet een jaar later nog een tweede, prestigieuzer cottagevilla optrekken hogerop in de Berkenlaan.
Veeleer bescheiden van opzet, is de villa niettemin een representatief voorbeeld van de landhuisbouw door Léopold De Coninck en Maurice Potié, die tijdens de jaren 1920 van dit type cottagevilla hun handelsmerk maakten. Opgericht in 1909, was het succesvolle architectenbureau drie decennia lang actief tot 1937. Potié zette de praktijk vervolgens minstens tot begin jaren 1950 onder eigen naam verder. Zowel tijdens de beginjaren als het interbellum liet het bureau zich in strikt stedelijke context opmerken met een architectuur in Frans geïnspireerde neorégencestijl, ontleend aan de klassieke beaux-artstraditie. Haast even exclusief was de voorkeur voor de pittoreske 'Old English'-stijl, geïnspireerd op de traditionele Engelse architectuur uit de 16de eeuw, in de landhuisontwerpen van het bureau bestemd voor residentiële verkavelingen. Hun eerste reeks cottagevilla's, waaronder de eigen woning van De Coninck, kwam al vóór de Eerste Wereldoorlog tot stand in de wijk van de Lourdesgrot in Edegem. Met in totaal een veertigtal woningen, drukten De Coninck en Potié tijdens de jaren 1920 hun stempel op de vroege ontwikkeling van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Na hun eerste cottage in de Hagedoornlaan in 1920, bouwde het bureau het jaar daarop negen woningen van hetzelfde standaardtype voor de bouwmaatschappij "Voorspoed" in de Acacialaan. De meest voorname cottagevilla's kwamen vervolgens tot stand in de Della Faillelaan, waar een opmerkelijke reeks van een tiental van dergelijke landhuizen het straatbeeld bepaalt.
Typische kenmerken van de cottagearchitectuur door De Coninck en Potié zijn de materiaalpolychromie van bak- en natuursteen in combinatie met houtbouw, het door elkaar toepassen van stijl- en regelwerk, structuurpleister, decoratieve metselverbanden en leien schaliën, en het plastische karakter van de informele, ogenschijnlijk organisch gegroeide volumes met complexe dakconstructies, aangevuld met levendige details als luifels, bow-windows, erkers, dakkapellen en schoorstenen. Daarbij zijn meerdere types plattegronden te onderscheiden, van de bescheiden burgercottage tot de standingvolle villa voor de gegoede klasse, met als constante de dominante inplanting van de ruim bemeten traphal in de kern van de woning. De villa Corijnen-van Linden behoort tot het type van de bescheiden burgercottage.
Vrijstaand ingeplant, op een quasi rechthoekige plattegrond van twee bij vier traveeën, omvat de villa twee bouwlagen onder een complex, overkragend en afgewolfd schilddak met dakkapellen. De constructie bestaat uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, schaars verwerkt met witte natuursteen voor hoekblokken en kozijnen, met gebruik van houtbouw en ruwe beraping in de bovenbouw, en pannen als dakbedekking. De asymmetrische opbouw van de villa beantwoordt aan het pittoreske streven van dit type landhuisbouw, maar weerspiegelt evenzeer de functionele indeling van het interieur. Naast de dominante dakconstructie en de hoog oprijzende schoorstenen, wordt het karakter vooral bepaald door de sterk geprononceerde, met een puntgevel in stijl- en regelwerk bekroonde risalieten, die de voor- en de noordelijke zijgevel markeren. De geveltoppen vertonen een tweeledig overkragende opbouw op uitgelengde, voluutvormige korbelen, met een door windborden beschermde, blinde geveltop. In de voorgevel beschermt een gebogen houten luifel op typische zuiltjes het inkomportaal, en markeert een oplopende driezijdige, met leien schaliën beklede erker de zijtravee. Boven het portaal is een gevelsteen geïntegreerd, bewerkt als rolwerkcartouche. Het oorspronkelijke houten schrijnwerk van de inkomdeur en vensters met loodglas is bewaard. De garage achteraan op de perceelsgrens behoort tot het oorspronkelijke bouwprogramma.
De plattegrond is georganiseerd rond de traphal, volgens de bouwplannen centraal ingeplant in de noordelijke helft van de woning, geflankeerd door de vestibule met vestiaire, en de keuken met office en dienstingang. Een enfilade van salon, eetkamer en fumoir, beslaat over de volledige bouwdiepte de zuidelijke helft. Op de eerste verdieping, met een ruim terras aan de tuinzijde, bevinden zich drie slaapkamers, waarvan één met annex boudoir; de dakstructuur herbergt drie mansardes en een berging. In het interieur is de oorspronkelijke, houten trap bewaard.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Berkenlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215333 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.