is aangeduid als vastgesteld bouwkundig erfgoed Villa in cottagestijl
Deze vaststelling is geldig sinds
Villa in sobere cottagestijl op de hoek van de Berkenlaan en de Acacialaan, gebouwd in opdracht van Aloïs Van Cauwenberghe, naar een ontwerp door de architecten Léopold De Coninck en Maurice Potié uit 1922. De bouwheer bekleedde een belangrijke functie binnen de Société Anonyme Extensions et Entreprises Anversoises, de vastgoedmaatschappij die in 1910 in de schoot van de familie Della Faille de Waerloos was opgericht voor de verkaveling van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Als secretaris droeg hij namens de maatschappij de verantwoordelijkheid over het goedkeuren van de particuliere bouwdossiers, zoals bepaald in de zogenaamde "Conventie Della Faille". In 1929 deed hij een hij een tweede maal beroep op De Coninck en Potié, voor het ontwerp van een burgerhuis in art-decostijl aan de Jan Van Rijswijcklaan.
Het statige, veeleer classicerende karakter van de villa Van Cauwenberghe vormt een uitzondering binnen de landhuisbouw door Léopold De Coninck en Maurice Potié, die tijdens de jaren 1920 hun handelsmerk maakten van de pittoreske, Engels geïnspireerde cottagevilla. Opgericht in 1909, was het succesvolle architectenbureau drie decennia lang actief tot 1937. Potié zette de praktijk vervolgens minstens tot begin jaren 1950 onder eigen naam verder. Zowel tijdens de beginjaren als het interbellum liet het bureau zich in strikt stedelijke context opmerken met een architectuur in Frans geïnspireerde neorégencestijl, ontleend aan de klassieke beaux-artstraditie. Haast even exclusief was de voorkeur voor de 'Old English'-stijl, geïnspireerd op de traditionele Engelse architectuur uit de 16de eeuw, in de landhuisontwerpen van het bureau bestemd voor residentiële verkavelingen. Hun eerste reeks cottagevilla's, waaronder de eigen woning van De Coninck, kwam al vóór de Eerste Wereldoorlog tot stand in de wijk van de Lourdesgrot in Edegem. Met in totaal een veertigtal woningen, drukten De Coninck en Potié tijdens de jaren 1920 hun stempel op de vroege ontwikkeling van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Na hun eerste cottage in de Hagedoornlaan in 1920, bouwde het bureau het jaar daarop negen woningen van hetzelfde standaardtype voor de bouwmaatschappij "Voorspoed" in de Acacialaan. De meest voorname cottagevilla's kwamen vervolgens tot stand in de Della Faillelaan, waar een opmerkelijke reeks van een tiental van dergelijke landhuizen het straatbeeld bepaalt.
Vrijstaand ingeplant, op een rechthoekige tot vierkante plattegrond met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de villa twee bouwlagen onder een afgevlakt tentdak met dakkapel. De constructie bestaat uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met knipvoegen, verwerkt met natuursteen voor hoekblokken en -ornamenten, erkers en kozijnen, het inkomportaal en de geprofileerde fries van het hoofdgestel. Arduin is gebruikt voor de plint, leien voor de dakbedekking. Naar klassiek Palladiaans model volkomen symmetrisch van opzet, wijkt de villa Van Cauwenberghe sterk af van de cottagearchitectuur waarvoor De Coninck en Potié in deze periode bekend stonden. Het karakter wordt bepaald door de compacte, axiale structuur van het gebouw en zijn bedaking, opvallend gemarkeerd door aan de beaux-artsstijl ontleende voluutmedaillons op de hoeken. Met uitzondering van de typische kozijnen en het erkertje, bleven de gebruikelijke pittoreske kenmerken zoals een informele, plastische volumeopbouw met puntgevels en complexe dakconstructies, en het gebruik van houten stijl- en regelwerk en structuurpleister, hier achterwege. De compositie van de voorgevel legt de klemtoon op de middenas, die achtereenvolgens wordt gemarkeerd door het verdiepte rondboogportaal in een bewerkte omlijsting met schelp en rankwerk, de driezijdige houten erker met schaliënbekleding, en de brede, drieledige dakkapel. Flankerende rechthoekige erkers en drieledige kozijnen met natuurstenen monelen vervolledigen de opstand. Beide zijgevels zijn nagenoeg blind, ten zuiden verlevendigd door het dienstportaal en het traplicht, ten noorden door de schoorstenen. De lage aanbouw tegen de tuingevel is oorspronkelijk, afgezien van een latere uitbreiding. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur is bewaard, dat van de vensters vermoedelijk vernieuwd naar oorspronkelijk model met kleine roedeverdeling; het smeedijzeren tuinhek is verdwenen.
De plattegrond is georganiseerd rond de traphal, volgens de bouwplannen ingeplant in de zuidelijke helft van de woning, loodrecht aansluitend op de centrale vestibule. Het gebouw is met de voorgevel georiënteerd op het oosten, en met de tuingevel op het westen. Een enfilade van salon, eetkamer en veranda beslaat over de volledige bouwdiepte de noordelijke helft van de woning. De traphal met de dienstingang in het verlengde, wordt aan straatzijde geflankeerd door het kantoor, en aan tuinzijde door de keuken met wasplaats. Op de eerste verdieping bevinden zich vier slaapkamers en een badkamer; de dakstructuur herbergt vier mansardes.
Achteraan wordt het perceel over de volledige breedte decoratief afgeschermd door een tuinpaviljoen uit bak- en natuursteen, dat tot het oorspronkelijke bouwprogramma behoort. Een rondboogportiek met leien schilddak vormt het centrum van de drieledige constructie, die oorspronkelijk bedoeld was als kippen- en hondenhok enerzijds, en bergplaats voor tuingerei en een motorrijwiel anderzijds, geflankeerd door tuinmuren met postamenten en bolornamenten.
Auteurs: Braeken, Jo
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Berkenlaan
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Villa in cottagestijl [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/215335 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Stad Antwerpen
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.