Burgerhuis in sobere neotraditionele stijl gebouwd in opdracht van Octave Spiessens, naar een ontwerp door de architect Ferdinand Dermond uit 1926 (inscriptie). Actief van begin jaren 1900 tot eind jaren 1950, debuteerde Dermond met gebouwen in vernieuwende art nouveau, zoals de woning Laruelle aan de Arthur Goemaerelei uit 1906. Omstreeks 1910 evolueerde zijn architectuur naar een behoudend beaux-arts- of neotraditioneel idioom, dat ook zijn oeuvre uit het interbellum kenmerkte. Een representatief voorbeeld van deze koerswending is het appartementsgebouw Van Looy uit 1929 aan de Jan Van Rijswijcklaan.
De rijwoning met voortuin telt drie bouwlagen onder een plat dak. Twee tot drie traveeën breed, onderscheidt de lijstgevel zich door een parement uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband, met gebruik van witte natuursteen voor de pui en de kozijnen, en blauwe hardsteen in rustica voor de plint. Zonder nadrukkelijke geleding is de compositie opgebouwd rond de halfronde erker met vijflicht van de bel-etage, die via een gewelfde basis overgaat in de middenpijler van de gedrukte pui. Een drielicht met zuiltjes markeert de door een houten kroonlijst afgewerkte topgeleding. Van het houten schrijnwerk bleven enkel de inkomdeur en garagepoort behouden; de vensters met kleine roedeverdeling werden vernieuwd. Ook het sierlijke gesmede voortuinhek is grotendeels verwijderd.
De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning, die op de lage begane grond behalve de inkomhal, slechts ruimte biedt aan dienstruimten, in dit geval de garage en een archief. De bel-etage omvat een kantoor over de volledige breedte aan straatzijde, en aansluitend de suite van fumoir en eetkamer die wordt geflankeerd door de traphal en de keuken. Op de tweede verdieping bevinden zich twee slaapkamers, een badkamer en een veranda.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 238#1416.