Burgerhuis of meergezinswoning in eclectische stijl, kadastraal geregistreerd in 1914. Het pand werd voor eigen rekening opgetrokken door de aannemer Eduard Van Biesen, die het in 1920 verkocht aan Max Louis Blondeel-Willemsems. Minstens sinds 1923 was de aannemer-bouwmeester Gerard Kloppers in dit pand gedomicilieerd. Door het ontbreken van het bouwdossier kan niet worden vastgesteld, of het een klassiek burgerhuis dan wel een meergezinswoning betreft, het type dat in dit gedeelte van de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt" het overwicht van de bebouwing uitmaakt. Het ontwerp is net als Berkenlaan 75 wellicht toe te schrijven aan de architect Guillaume Peeters, die tussen 1912 en 1914 drie rijhuizen van hetzelfde type bouwde voor Van Biesen op nummer 69 en in de nabije Varenlaan 23 en 29. Enkel van de vandaag verbouwde meergezinswoning Berkenlaan 69, werd het bouwdossier met het ontwerp van de architect teruggevonden.

Eduard Van Biesen, die in 1911 in de nabije Kruishofstraat zijn kantoren en ateliers had gevestigd, was vóór de Eerste Wereldoorlog als aannemer en bouwpromotor bijzonder actief in de Nieuw-Parkwijk "Den Brandt". Behalve meerdere rijhuizen in de Kruishofstraat, de Berkenlaan en de Eglantierlaan, bouwde hij nog twee beeldbepalende horecagelegenheden met een strategische hoekinplanting. Voor het ontwerp van zijn bouwprojecten deed hij zowel beroep op Peeters als op de architect Edmond Lauwens.

Met een gevelbreedte van drie traveeën, telt de rijwoning drie bouwlagen onder een zadeldak. De lijstgevel onderscheidt zich door een verzorgd, volledig natuurstenen parement, op een plint van arduin. Symmetrisch van opzet, en geleed door de puilijst en het klassieke hoofdgestel met een kroonlijst op consoles, legt de compositie de klemtoon op de middenas. Deze wordt ter hoogte van de bel-etage gemarkeerd door een balkon met smeedijzeren borstwering. Verder bestaat de opstand uit regelmatige registers van getoogde deur- en vensteropeningen met waterlijst en chutes op gelijkvloers en eerste verdieping, en rechthoekige vensters op de tweede. Waar de chutes en de guirlandes van borstweringen en hoofdgestel aan de Lodewijk XVI-stijl ontleend zijn, vertoont het sierlijke smeedwerk van het balkon de invloed van de art nouveau. Het schrijnwerk is vernieuwd.

De plattegrond beantwoordt aan het klassieke type rijhuis, samengesteld uit een voorbouw met zijdelings ingeplante inkom- en traphal, en een smalle achterbouw in entresol.