Villa in sobere beaux-artsstijl, volgens de bouwaanvraag van 1926 opgetrokken door de aannemer Algemeene Bouwwerken Jules Somers & C°. Opdrachtgever was de heer P. Creten, directeur van de in 1916 opgerichte rederij Lloyd Royal Belge. De bouwplannen vermelden architect noch ontwerper. In 1928 werd een bouwvergunning aangevraagd voor de garage. De villa Creten maakt deel uit van een homogene groep van vier aanpalende, klassiek geïnspireerde landhuizen, aan de zuidzijde van de Sorbenlaan (nummers 24 tot 30).

Vrijstaand ingeplant in de diepte van het perceel, op een quasi vierkante plattegrond van drie bij drie traveeën, omvat het gebouw twee bouwlagen onder een tentdak met dakkapellen. De constructie is opgetrokken uit baksteenmetselwerk in kruisverband – rode papensteen op een plint uit paarse klampsteen, met schaars gebruik van natuur- en hardsteen. Symmetrisch van opzet en afgewerkt met een klassiek entablement, wordt het karakter vooral bepaald door de bow-window van de hall in de middenas, de rondboogloggia van het portaal tegen de oostelijke zijgevel, en het overhoekse traplicht met hoekzuil en typisch beaux-arts-medaillon. Beheerst door regelmaat, is de ordonnantie van de voorgevel verder opgebouwd uit brede drielichten, oorspronkelijk met houten vensterluiken. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur en de vensters met kleine roedeverdeling is bewaard, evenals het smeedijzeren voortuinhek met arduinen posten.

Het bouwdossier bevat enkel de plattegrond van de begane grond, georganiseerd rond de centrale hall met annex vestibule, vestiaire en trap. Aan de tuinzijde, georiënteerd op het zuiden, strekt zich de suite van salon en eetkamer uit, met een veranda en een overdekt terras. De eetkamer staat via de office in verbinding met de keuken, die voorzien van een dienstingang aan de straatzijde gesitueerd is.