Burgerhuis in cottagestijl, volgens de bouwaanvraag uit 1923 opgetrokken in opdracht van Arthur Leo De Saffel. De bouwplannen vermelden architect noch aannemer.
De rijwoning met een lijstgevel van twee ongelijke traveeën, telt twee bouwlagen onder een mansardedak (geglazuurde zwarte pannen). Van de bepleisterde bovenbouw met kroonlijst, is het oorspronkelijke pseudo-vakwerk verdwenen. De pui is opgetrokken uit rood baksteenmetselwerk in kruisverband met rollagen, op een plint uit blauwe hardsteen. Asymmetrisch van opzet, legt de compositie de klemtoon op het brede zijrisaliet, dat uitmondt in een geknikt dakvenster. Een bow-window met afdak markeert de bel-etage; een opmerkelijk detail is de inkomdeur met getralied zijlicht, een houten luifel op consoles en een bovenlicht met glas in lood. Van het houten schrijnwerk is enkel de inkomdeur bewaard, de vensters werden naar oorspronkelijk model vernieuwd.
Volgens de bouwplannen beantwoordt de plattegrond aan de klassieke typologie van de burgerwoning. Op de begane grond wordt de doorlopende suite van salon en eetkamer, geflankeerd door de inkom- en traphal en de keuken, met het buitentoilet en een berging op het overdekte terras. De bovenverdieping biedt ruimte aan twee grote slaapkamers, een kleine slaapkamer en de badkamer; het dakniveau herbergt één of twee mansardekamers en een zolder.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 238#914.