Burgerhuis in art-decostijl gebouwd in opdracht van het echtpaar Lievens, naar een ontwerp uit 1932 door Fernand Pelgrims. Over deze in Mortsel gevestigde architect, die actief was tijdens het interbellum, is vooralsnog weinig bekend. Historiserend van karakter, interpreteert de woning Lievens kenmerken van de traditionele barok in een eigentijdse art-deco-idioom.
De rijwoning met voortuin omvat twee bouwlagen onder een pseudo-mansarde en twee ongelijke traveeën. Voor het gevelparement is een combinatie van witte natuursteen en contrasterende rode baksteen gebruikt, voor de dakbedekking leien. De huidige beschildering van het baksteenmetselwerk (penanten en geveltop) doet afbreuk aan de oorspronkelijk bedoelde materiaalpolychromie en -textuur. Nadrukkelijk horizontaal geleed door de puilijst, het entablement en de blinde attiek, en geritmeerd door pilasters, legt de asymmetrische gevelcompositie de klemtoon op de brede zijtravee. Deze wordt gemarkeerd door oplopende bow-windows, een bekronend balkon, en een in- en uitgezwenkte geveltop met drielicht en topstuk. Verder is de ordonnantie opgebouwd uit registers van rondboogopeningen in de pui, en rechthoekige vensters op de verdieping. Het houten schrijnwerk van de inkomdeur, de guillotinevensters met een kleurrijke glas-in-loodstrook in het bovenlicht, en de dakkapel is bewaard, evenals het smeedijzeren voortuinhek.
De plattegrond beantwoordt aan de klassieke typologie van het burgerhuis. Op de begane grond wordt de enfilade van salon, eetkamer, veranda en overdekt terras geflankeerd door de inkom, de traphal en de keuken. De bovenverdieping omvat een kantoor, een slaapkamer, een badkamer en nog een extra kamer; de mansarde twee kamers en een 'cabinet de toilette'.
- Stadsarchief Antwerpen, bouwdossier 238#3349.