In 1936 tekende het architectenbureau v. Cols en J. De Roeck de plannen voor dit art deco appartementsgebouw voor rekening van G. Quaeyhagens, die woonde op dit adres en de bestaande woning ervoor liet afbreken. De werken werden uitgevoerd door de "Algemeene Ondernemingen Simons", gevestigd in de Lange Gang 42.

Opgericht in 1912, maakte het architectenbureau Cols en De Roeck in de jaren 1920 vooral naam met tuinwijken en woningen voor een bemiddeld cliënteel, overwegend in traditionalistische stijl. Het appartementsgebouw Cols-Spruyt is representatief voor het zakelijke art-decokarakter, dat hun architectuur vanaf de jaren 1930 kenmerkte. Het succesvolle bureau realiseerde meerdere flatgebouwen van dit type in Antwerpen, herkenbaar aan het sobere baksteenparement en de driezijdige erkers. Een jaar eerder werd bijvoorbeeld in de Doornelei 10 een sterk gelijkend, maar dubbel zo breed appartementsgebouw opgetrokken, in samenwerking met dezelfde aannemers en dezelfde afwerking van vensterregisters en inkomdeur.

Het pand telt twee ongelijke traveeën en vier bouwlagen onder platte bedaking. De bouwaanvraag stelde een pand met vijf bouwlagen voor, wat werd geweigerd en omgevormd tot vier bouwlagen. De onversierde lijstgevel heeft een parement uit rood baksteenmetselwerk van het belvedère-type, in halfsteens verband met dieper liggend voegwerk. De plint en begane grond kregen een parement van blauwe hardsteen, witte natuursteen en kunststeen (Terra Nova) werd gebruikt voor de vensteromlijstingen. Asymmetrische opbouw met links een smalle travee met inkomportaal en rechts de brede venstertravee. De bovenverdiepingen worden verticaal geritmeerd door een oplopende, driezijdige erkerpartij. Horizontaal zijn deze per bouwlaag samen met de smallere vensters in de deurtravee gevat in een doorlopende omlijsting met een blind middenpaneel, geaffirmeerde posten, lekdrempels en waterlijsten. Opmerkelijke inkomdeur, in een afgeschuinde omlijsting met luifel en bovenlicht, voorzien van een stalen deur met strak patroon, uitgevoerd door de firma J. Gowie uit Berchem, die met een stalen plaatje de deur heeft gesigneerd.

Het gebouw is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond voor de voorbouw, en een smaller achterbouw. Op elke bouwlaag is een appartement voorzien, ontsloten door een centraal gelegen trappenhuis met lift en een smalle lichtschacht. Een woon- en kleine zijkamer nemen de straatzijde in. Palend aan de hal en lange smalle gang volgen in de achtervleugel achter elkaar de keuken met terrasje, twee kleine slaapkamers, de badkamer en de grote slaapkamer. De stook- en individuele kelders en de conciërgewoning bevinden zich in het souterrain.