Villa uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, omringd door een tuin met aan de straat een laag muurtje met ijzeren hek.

Het pand werd in 1913 op het kadaster ingetekend als 'nouvelle construction' in opdracht van koopman Theodoor Ackermans-Artoos. Het telt drie traveeën en twee bouwlagen onder afgewolfd zadeldak (kunstleien) met de nok parallel aan de straat; kenmerkend is de iets hoger oplopende torenvormige deurtravee rechts onder ingesnoerde spits met uitgewerkte ijzeren bekroning. De straatgevel vertoont een hardstenen plint en een parement van gele baksteen met decoratieve verwerking van groene baksteen voor muurbanden, borstweringen en rollagen; de gevel wordt afgelijnd door een groen geschilderde houten kroonlijst op klossen. De steekboogvormige muuropeningen kregen nieuw schrijnwerk, vermoedelijk naar de originele vormgeving. De overige gevels zijn opgetrokken uit rode baksteen.

Links is er een lager aanbouwsel van één travee waarvan het uitzicht aansluit bij de villa en tegelijkertijd contrasteert door het coloriet, meer bepaald het gebruik van rode baksteen met decoratieve verwerking van gele baksteen.